Paulus noemt zichzelf een ellendig mens nadat hij heeft geschreven over zijn worsteling met Gods wet. De worsteling van een wanhopig mens die probeert zich aan Gods wet te houden maar daarbij iedere keer faalt. De wil is er wel, maar de kracht ontbreekt. Dit alles beschrijft Paulus in Rom.7:7-26. Over dit Bijbelgedeelte wordt door gelovigen verschillend gedacht en geschreven. Sommigen zeggen dat dit gedeelte in het geheel niet van toepassing is op christenen, want zo zegt men, christenen worstelen helemaal niet met de wet! Christenen zijn immers verlost door Jezus Christus (vers 25) en na de verlossing dragen zij Gods wet in hun hart! Zij worstelen niet meer met de wet want zij vervullen door de Geest Gods wet van harte!
Op zich genomen kan ik hier wel mee instemmen, maar toch niet helemaal. Het is inderdaad zo dat christenen niet meer leven onder de wet en het daarbij voortdurend aanwezige schuldgevoel. En dat is toch wel wat Paulus hier beschrijft. Een leven onder de veroordeling van de wet, want je probeert het iedere keer opnieuw en je faalt keer op keer. Het is duidelijk: de wet doet zonde kennen (vers 7). Wanneer je leeft onder de wet dan prikkelt het gebod je juist om te gaan zondigen. Je verstand zegt je: doe het niet! En toch doe je het. Je leeft in een spagaat. Je wilt het goede wel doen, maar je doet het kwade. Hoe heerlijk is het dan om de verlossing door Jezus Christus te leren kennen. Hij die door zijn Geest in je woont en zijn leven in je wil openbaren. Hij die het goede in je werkt en door zijn Geest Gods wet in je hart schrijft. Eindelijk rust en vrede in Hem. Geen veroordeling meer! (Rom.8:1).
Maar toch…..zo simpel ligt het niet helemaal. We hoeven maar even met andere gelovigen te spreken en we ontdekken al snel dat velen zich toch wel in de strijd van Paulus herkennen. En misschien hebben we zelf ook die ervaring. Hoe zit dat?
Mijns inziens is de worsteling die Paulus beschrijft voor gelovigen niet wenselijk, maar wel soms aanwezig!
Het heeft alles te maken of wij leven naar het vlees of naar de Geest. Leven naar de Geest: vertrouwen op Zijn leven, Zijn kracht, Zijn vrucht! Wanneer we echter leven naar het vlees, moet Hij wijken, en nemen we opnieuw zelf de leiding over ons leven in handen. We tonen dan niet langer de vrucht van de Geest, maar doen de werken van het vlees! (Gal.5:19-21). Ja het vlees werkt! In tegenstelling tot de Geest. Hij brengt vrucht voort (vanuit uit een leven in rust en vrede).
Nu antwoorden we misschien: `ja dat wist ik al. Het vlees zondigt, en doet alles wat God verbiedt!`. Dat klopt. Maar het vlees kan ook andere dingen doen. Ik zou dit vlees het vrome vlees willen noemen. En hierbij denk ik aan onze eigen inspanningen om ons aan Gods wet te willen houden. Het is het vlees wat probeert door werken der wet rechtvaardig voor God te worden (Rom.3:20). Het vlees wat wil roemen voor God (1 Kor.1:29) Het vlees wat arrogant is en zichzelf beter vindt dan andere mensen (Lukas 18:11-12).
Ook als gelovigen staan wij dagelijks voor de keuze: leef ik door de Geest of leef ik door het vlees? Het is duidelijk niet vanzelfsprekend dat gelovigen automatisch door de Geest leven. Integendeel, in zijn brieven zien we telkens hoe de apostel Paulus de gelovigen aanspoort om te blijven leven door de Geest en niet de werken van het vlees te doen. In de brief aan de Galaten zien we duidelijk de twee kanten van de werken van het vlees. Paulus ziet twee dingen gebeuren:
- Gelovigen die terugvallen in het vlees door opnieuw te proberen Gods rechtvaardiging te verdienen door werken der wet. Tot hen schrijft hij: Zijt gij zo onverstandig? Gij zijt begonnen met de Geest, eindigt gij nu met het vlees? (Gal.3:13) en: Gij zijt los van Christus, als gij door de wet gerechtigheid verwacht; buiten de genade staat gij. Wij immers verwachten door de Geest uit het geloof de gerechtigheid, waarop wij hopen (Gal.5:4-5).
– Gelovigen die op een andere manier leven naar het vlees. Ook zij leven vanuit zichzelf, door eigen kracht. Maar zij proberen zich helemaal niet te rechtvaardigen door de werken der wet. Integendeel: zij schuiven Gods wet ter zijde en overtreden gewillig Gods geboden. Zijn doen de werken des vlezes. Zij misbruiken de vrijheid om te zondigen. Tot hen schrijft Paulus: Want gij zijt geroepen, broeders, om vrij te zijn; (gebruikt) echter die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees, maar dient elkander door de liefde. (Gal.5:14) En: Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven. (Gal.5:19-21).
Om terug te komen bij de worsteling die Paulus in Romeinen 7 beschrijft wordt ons het volgende duidelijk. Ook gelovigen die de vrijheid in Christus hebben leren kennen kunnen strijden met Gods wet. Dit gebeurt zodra zij toch weer (misschien zelfs onbewust) proberen uit eigen kracht proberen rechtvaardig voor God te worden. Vaak zien we dit gebeuren bij mensen die nog niet zo lang christen zijn. Zij hebben Gods vergeving leren kennen en proberen heel hard hun best te doen om een volmaakt leven voor God te leiden. Vaak moeten zijn dan samen met Paulus uiteindelijk erkennen: Ik ben een ellendig mens (Rom.7:24). In mijn vlees woont geen goed (Rom.7:18). Zij voelen zich veroordeeld en slecht.
Gelukkig is de Bijbel heel duidelijk over wat de oplossing is voor het probleem: Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods. (Rom.8:1-2).
Gelovigen hoeven niet door de werken van het vlees Gods wet te overtreden. Deze wet(matigheid) noemt Paulus de wet der zonde en des doods . Maar zij moeten ook niet proberen Gods wet te onderhouden vanuit het vlees. Dit leidt evengoed tot de dood. Er is maar één uitweg. De Geest van God die zelf zijn wet in ons vervult: Derhalve, broeders, zijn wij schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar het vlees te leven. Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. (Rom.8:12-13).
Dan leven we niet onder wet, maar dan leven we ook niet wetteloos. Immers: Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid. (Rom.8:10)
Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands Bijbelgenootschap, 1951