Zo wordt gij met alle kracht bekrachtigd naar de macht zijner heerlijkheid tot alle volharding en geduld, en dankt gij met blijdschap de Vader, die u toebereid heeft voor het erfdeel der heiligen in het licht. (Kol.1:11-12)
In de bovenstaande tekst staan een paar uitdrukkingen waar ik in deze overdenking bij wil stilstaan: Kracht, volharding en geduld, dankbaarheid. Mijns inziens zijn het uitdrukkingen die je in dit verband niet los van elkaar kan zien. Het ene kan niet zonder het andere. Je zou het ook als volgt kunnen zeggen: God geeft kracht om te kunnen volharden en geduld te oefenen en daarbij tegelijkertijd dankbaar te zijn.
Het grondwoord voor volharding duidt op ergens onder blijven. Je kunt hierbij denken aan moeilijke omstandigheden in je leven waar je het liefst van zou willen wegvluchten. Iets dat overigens heel begrijpelijk en menselijk is, want niemand zit op moeilijkheden te wachten. Volharding betekent eigenlijk dat je niet wegvlucht, maar dat je blijft in de omstandigheden waarin je bent. En hier heb je natuurlijk geduld voor nodig. Geduld dat niet één twee drie een oplossing eist voor de moeilijkheid, maar rustig wacht of God verandering wil brengen in de omstandigheden.
Natuurlijk begrijpen we dit alleen wanneer we vanuit Gods woord beseffen, dat God alles in handen heeft en dat er geen omstandigheid in ons leven buiten Hem omgaat. Dat is wat de Bijbel ons leert, hoe moeilijk het soms ook is om dit te aanvaarden. God is de hoogste, de almachtige en niets gaat buiten Hem om.
Zo lezen we in Jesaja 46:9-10: Denkt aan hetgeen vroeger, vanouds, gebeurde; Ik immers ben God, en er is geen ander, God, en niemand is Mij gelijk; Ik, die van den beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg: Mijn raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal al mijn welbehagen doen.
We kunnen nog zo strijden tegen de omstandigheden waarin we leven; het is een onbegonnen strijd. God heeft het voor het zeggen. Niet wij. Hij is de Schepper. Wij de schepselen.
Nee de Bijbel leert ons een andere weg, namelijk : dankbaarheid. We mogen met geduld blijven onder de omstandigheden waarin we zijn, en God zelfs voor alles danken, voor alles wat Hij in ons leven bewerkt en toelaat. Zou Hij, de liefhebbende Vader niet het allerbeste met zijn kinderen voorhebben? We kennen toch de tekst uit Rom. 8:28:
Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn.
Met deze tekst in ons achterhoofd begrijpen we ook de woorden van Paulus uit Efeze 5:20: dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus God, de Vader, voor alles.
Dat kan je alleen maar als je beseft, dat God alles wat gebeurt in je leven voor jou ten goede laat meewerken. En wat is dat goede? Misschien niet datgene wat wij als mens goed zouden noemen: geluk, welvaart, gezondheid, etc. Nee, in Rom. 8:29 omschrijft Paulus het goede als volgt: Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen.
Het goede dat God voor ogen heeft is dat wij uiteindelijk aan zijn zoon Jezus Christus gelijk worden. Zoals Hij is (en was) zo moeten ook wij worden. En dat is een groeiproces, dat soms met pijn en lijden gepaard geeft. Lijden dat soms te zwaar lijkt om te dragen.
Maar God geeft kracht. Kracht om te volharden, geduld te oefenen en God te danken voor alles wat Hij voor ons ten goede laat meewerken.
Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 1951.