Hoe komt het toch dat veel mensen denken dat als je gelovig bent, dat je……niets meer mag, of…..dat je je aan allerlei regeltjes moet houden? Misschien komt het wel door de uitstraling van sommige conservatieve kerken waar de regels nogal streng zijn. Als antwoord op deze veronderstelling antwoorden sommigen: Wij mogen alles! Wij hoeven ons helemaal niet aan regels te houden, we zijn vrij, want alles is geoorloofd maar niet alles is nuttig (1 Kor.6:12). Bij allebei de opvattingen heeft geloven te maken met het je aan regels houden. Bij de één zijn het er veel, bij de ander weinig of geen. Ik vind dit jammer, want naar mijn idee mis je de essentie van het geloof als je denkt dat het om de regels gaat. En soms gaat het ook werkelijk mis. De één voelt zich voortdurend schuldig omdat hij zich niet goed genoeg aan de regels gehouden heeft, de ander leidt een losgeslagen leven omdat hij denkt dat er voor hem geen regels gelden. Weer een ander denkt dat als hij maar volgens de regels leeft dat dan alles wel goed zit. Sommigen ervaren het leven onder de last van regels zo vervelend dat zij het op een gegeven moment maar helemaal opgeven en het geloof loslaten. Er zijn er ook die een dubbelleven gaan leiden. In de kerk en thuis gedragen zij zich netjes, maar daarbuiten…gaan zij helemaal los.
Waar zit het probleem? Volgens mij is het kernprobleem hier dat men de geboden van God ervaart als door van buitenaf opgelegde beperkingen of verplichtingen zonder dat men deze wetten van harte beaamt! En dat is niet hoe God zijn wet heeft bedoeld. Sommige Schriftgeleerden en Farizeeërs uit de tijd van Jezus hanteerden de wet van God zoals sommige gelovigen tegenwoordig nog altijd doen. Aan de buitenkant hielden zij zich netjes aan de regels, maar het was geen hartezaak! Jezus verwijt hen dan ook: Wee u, Schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij gelijkt op gewitte graven, die van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen vol zijn van doodsbeenderen en allerlei onreinheid. Zo ook gij, van buiten schijnt gij de mensen wel rechtvaardig, doch van binnen zijt gij vol huichelarij en wetsverachting. (Mat.23:27-28)
Aan de buitenkant hielden zij zich netjes aan de regels, maar van binnen waren zij vol wetsverachting! Mijn conclusie: het mist zijn doel als je je aan de wet (Thora) van God houdt als je dit niet van harte doet!
Misschien voelen ongelovigen dit wel haarfijn aan. Zij zien christenen om zich heen, die een verkrampt leven leiden waarbij het er erg op lijkt dat zij zich aan allerlei regels houden die zij (als zij eerlijk zouden zijn) liever niet zouden houden.
Nu als je als christen zó leeft…..heb je het pinksterfeest niet begrepen! Waarom kom ik nu ineens met het pinksterfeest aanzetten?Eigenlijk is het pinksterfeest het wekenfeest (Sjavoeot) vijftig dagen na pesach). Tijdens dit feest wordt de wetgeving op de berg Sinaï gevierd. Wanneer we over deze wetgeving lezen valt het in de beschrijving hiervan op dat de Here nederdaalde in vuur (Exodus 19:18). Bij de gebeurtenis in de bovenzaal in Handelingen 2 zien we dat er tongen verschijnen als van vuur. (Hand.2:3). Op de Sinaï schrijft God zijn wet op twee stenen tafelen, in de bovenzaal met Pinksteren schrijft God zijn wet in de harten van de gelovigen! Het is zoals Paulus beschrijft in 2 Kor.3:3: niet met inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God, niet op tafelen van steen, maar op tafelen van vlees in de harten.
Persoonlijk denk ik dat dit van essentieel belang is als het gaat om het naleven van de wet van God. Als je de wet van God probeert na te leven zonder dat deze wet door de Heilige Geest in je hart is geschreven verval je in wetticisme. Daarbij ga je je òf schuldig voelen, omdat het je toch niet lukt. (immers de wet doet zonde kennen, Rom.3:20), òf je wordt hoogmoedig, vertrouwend op jezelf (door het bouwen van een eigen gerechtigheid) of je wordt er zo moe van dat je alle wetten maar aan de kant schuift. (dan gebruik je de vrijheid als aanleiding voor het vlees, Gal.5:13). Het leven door de Geest gaat boven dit alles uit. Zij schaft de wet niet af, maar ervaart de wet ook niet als een ondraaglijk juk. Als je leeft door de Geest vervul je de wet van God omdat deze voortaan in je hart is geschreven. Dan wordt de eis der wet vervuld in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest (Rom.8:4). Wanneer wij de Heilige Geest ontvangen wordt de liefde van God in ons hart uitgestort (Rom.5:5). Wanneer wij wandelen in deze liefde (zowel tot God als onze naaste) zullen wij van harte Gods wet vervullen.
Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet. (Rom.13:9-10).
Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands Bijbelgenootschap, 1951.