Naar de mond praten

Gepubliceerd op 4 januari 2023 om 13:32

Immers, hoewel zij de rechtseis van God kenden, namelijk, dat zij, die zulke dingen bedrijven, de dood verdienen, doen zij ze niet alleen zelf, maar schenken ook nog hun bijval aan wie ze bedrijven (Rom.1:32). 

U kan de wereld niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van haar getuig, dat haar werken boos zijn (Joh.7:7).

Als je iemand naar de mond praat wil dit zeggen dat je iemand gelijk geeft terwijl je het eigenlijk niet eens bent met hem/haar. Het is dus eigenlijk een vorm van oneerlijkheid, want je zegt iets tegen iemand wat je eigenlijk niet meent. Ook wij als gelovigen kunnen ons hier schuldig aan maken. In deze overdenking wil ik hier bij stilstaan, want uit de teksten boven deze overdenking blijkt toch wel dat het iets is wat we eigenlijk niet zouden moeten doen.

In Rom.1:32 beschrijft Paulus hoe mensen hun bijval (goedkeuring) geven aan zonden die eigenlijk de dood de verdienen. Als gelovigen zijn we ons over het algemeen wel bewust dat God niet wil dat we zondigen. We kennen Gods wet en de tien geboden en we weten maar al te goed dat we daar niet tegenin moeten gaan. We kennen ook de opdracht om lief te hebben en beseffen dat we niet in strijd met de liefde moeten handelen.

Hoewel het niet altijd gemakkelijk is om God te blijven gehoorzamen vinden we het over het algemeen niet zo moeilijk om onszelf de les te lezen. Als we bijvoorbeeld hebben gelogen zeggen we: “Dat was niet goed. Hierin was ik aan God gehoorzaam. Here wilt u mij vergeven en reinigen van deze zonde?”

En zo zijn er tal van zaken waar we voor onszelf besloten hebben dat we ze niet doen. Want we beseffen maar al te goed dat deze zaken de dood verdienen. Maar zijn we hierin ook consequent naar anderen toe? Het is eigenlijk toch vreemd dat we zaken die we bij onszelf afkeuren, bij anderen goedkeuren? Nee zeggen we: “ik keur het niet goed, ik zwijg alleen maar!" Maar we kennen toch wel de uitdrukking: wie zwijgt stemt toe? 

Als we kijken naar het leven van Jezus dan blijkt het wel dat Hij niet zweeg, en Hij moest er de gevolgen van dragen.

U kan de wereld niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van haar getuig, dat haar werken boos zijn (Joh.7:7).

Als Hij zag dat mensen kwaad deden. Dan zweeg Hij niet, maar dan zei Hij er wat van. Een duidelijk voorbeeld hiervan zien we wel als Hij de schriftgeleerden en Farizeeën aanklaagt vanwege hun hypocriete gedrag:  Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij gelijkt op gewitte graven, die van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen vol zijn van doodsbeenderen en allerlei onreinheid. Zo ook gij, van buiten schijnt gij de mensen wel rechtvaardig, doch van binnen zijt gij vol huichelarij en wetsverachting (Mat.23:27-28).

Hij verwijt hen o.a. wetsverachting. Dat wil zeggen: zij deden wel alsof zij Gods wet liefhadden, maar ten diepste schoven zij (ter wille van hun eigen ik-gerichtheid) Gods wet terzijde. En dat verdiende geen lof. Dat verdiende de dood. Maar Jezus zei er wat van! En dat werd Hem niet in dank afgenomen. Nee, Hij werd erom gehaat.

En dit is een principe dat je in de Bijbel telkens tegenkomt. Zij die de waarheid zeggen en er geen doekjes om winden worden erom gehaat, en moeten het soms zelfs met de dood bekopen. En wij? Zijn wij bereid om door mensen gehaat te worden vanwege de dingen die wij zeggen? Willen wij zijn als Jezus?

Ook het evangelie dat wij verkondigen heeft scherpe kantjes, en we moeten oppassen dat we deze scherpe kantjes niet verwijderen ter wille van de lieve vrede. Ja, het evangelie brengt liefde en vrede. Het evangelie is echter niet altijd lief, en brengt zeker geen valse vrede. De liefde bedoelt altijd het beste voor de mens. Dit beste is verlossing/bevrijding/redding van zonden en een volkomen herstelde relatie met God.

Wanneer aan Jozef de geboorte van Jezus wordt aangekondigd, is dit ook wat gezegd wordt: Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het die zijn volk zal redden van hun zonden (Mat.1:21). Het evangelie verkondigt redding van zonden.

Maar hoe kan je spreken over redding van zonden als je de zonden niet meer bij name mag noemen? Hoe kan een ongelovige zich ooit laten redden als hij niet geleerd wordt waarvan hij zich moet laten redden? Of durven we alleen nog maar voor onszelf te aanvaarden waarvan wij gered moeten worden? Maar we hebben de mensen toch lief? Dan willen wij hen toch niet onthouden wat God hen aanbiedt, namelijk redding van zonden?

Het valt me soms op, veelal door preken die ik soms beluister via het internet, dat de scherpe kant van het evangelie nogal eens ontbreekt. Liefde voert de boventoon. Maar wat voor liefde? Is dit een liefde die zwijgt over het zonde-probleem? Een mens-gerichte liefde, waar God er alleen maar voor dient om mensen te helpen met hun problemen? Een liefde die zegt: je hoeft niet te veranderen. God houdt van je zoals je bent?

Of durven we de boodschap te brengen die zegt: God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is (Rom.5:8). 

In deze tekst vallen mij drie woorden op: Liefde, zondaren, gestorven. Waaruit blijkt Gods liefde? Doordat Hij van ons houdt zoals wij zijn? Doordat Hij zwijgt over onze zonden? Doordat Hij ons wil helpen? Nee, zijn liefde blijkt uit het feit dat Christus voor ons zondaren gestorven is. Dat is geen valse liefde. Dat is goddelijke liefde. De zondaar wordt verlost door Christus` dood.

Durven we dat nog te vertellen als wij over het evangelie spreken? Want wat zijn zondaren eigenlijk? Daar hoeven we niet zo lang voor te zoeken. In hetzelfde Bijbelgedeelte (Rom.5) gebruikt Paulus er nog andere woorden voor, namelijk: goddelozen (vers 6) en vijanden van God (vers 10).

Ja dat is het geweldige wonder van het evangelie, dat vijanden van God door het volbrachte werk van Jezus tot vrienden van Hem gemaakt worden. Zondaren worden rechtvaardigen! Goddelozen worden mensen die met God leven. Beseffen we dat er iets in onze woorden ontbreekt als we mensen alleen maar vertellen: God houdt van je zoals je bent en Jezus is je Vriend?

Nee, Gods werkelijke liefde leer je pas kennen als je beseft waarvoor Jezus moest sterven. Om mij te verlossen van alles waarin ik me gedraag als een vijand van God.  Gunnen wij de mensen deze verlossing? Durven wij het aan om ook het zonde-probleem, de vijandschap en de goddeloosheid aan te kaarten? Zonder ziekte is er geen genezing, zonder verlorenheid geen redding, zonder vijandschap geen vrede, zonder zonde geen rechtvaardiging en verlossing.

Onlangs las ik in een nieuwsbericht dat uit onderzoek zou blijken dat mensen tegenwoordig veelal conflicten met anderen uit de weg gaan door niet te spreken over zaken waarin men met elkaar van mening verschilt. Als gelovigen moeten wij mijns inziens oppassen dat wij hetzelfde doen. We zwijgen over zonde, durven niet meer te spreken over waarheid, we zijn lief tegen iedereen, en noem al die momenten maar op waarin wij anderen naar de mond praten.

Maar worden wij hierin werkelijk geleid door Gods liefde? Dat vraag ik me af, immers: Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid (1 Kor.13:6).

Uw spreken zij te allen tijde aangenaam, niet zouteloos; gij moet weten, hoe gij aan ieder het juiste antwoord moet geven (Kol.4:6)

 

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn, tenzij anders aangegeven, ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap,  1951.