Want velen wandelen - ik heb het u dikwijls van hen gezegd, maar nu zeg ik het ook wenende – als vijanden van het kruis van Christus. Hun einde is het verderf, hun God is de buik, hun eer stellen zij in hun schande, zij zijn aardsgezind. Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten. (Filippenzen 3:18-20)
In de bovenstaande tekst spreekt Paulus over gelovigen die aardsgezind zijn. Hij geeft hierbij een ernstige waarschuwing met de woorden: hun einde is het verderf. Voor mij des meer een reden om in deze overdenking stil te staan bij wat het betekent om aardsgezind te zijn.
In de Griekse grondtekst staat voor aardsgezind een woord dat je ook als volgt kunt vertalen: de dingen op aarde bedenkend. Of: strevend, verlangend naar de dingen op aarde. Als je aardsgezind bent, is je denken, je streven, je verlangen dus bezig met de zaken hier op aarde.
Maar wat moeten we ons hierbij dan voorstellen? Is het niet zo dat we allemaal van tijd tot tijd bezig zijn met aardse zaken? Dat kan toch niet anders? We volgen hier op aarde een opleiding, om later hier op aarde een job te vinden. Met die job voorzien we in ons levensonderhoud hier op aarde. We vinden een levenspartner op aarde, stichten een gezin op aarde, kopen een huis, etc. etc. Ja, over het algemeen zijn we of we het nu willen of niet, bezig met de dingen op aarde. En toch…leert de Bijbel ons om niet aardsgezind te zijn. Om nog maar eens een citaat van Paulus aan te halen:
Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn (Kol.3:2).
Hoe moeten we dit zien? Mijns inziens heeft het veel te maken met de bestemming die wij als gelovigen hebben, namelijk: het koninkrijk van God. Terwijl wij hier op aarde leven, in een aards koninkrijk, horen wij als gelovigen bij een ander koninkrijk waarvan wij burgers zijn (Fil.3:20). Het is een koninkrijk dat zich nu nog (voor ons onzichtbaar) in de hemel bevindt, maar dat bij Jezus terugkomst op aarde zichtbaar zal aanbreken. Een koninkrijk dat van de hemel zal neerdalen op aarde en daarom ook in het evangelie van Mattheüs het koninkrijk der hemelen genoemd wordt (bv. in Mat.5). Het is het koninkrijk dat al lang geleden door de profeet Daniël voorspeld werd met de woorden:
En het koningschap, de macht en de grootheid der koninkrijken onder de ganse hemel zal gegeven worden aan het volk van de heiligen des Allerhoogsten: zijn koningschap is een eeuwig koningschap, en alle machten zullen het dienen en gehoorzamen (Daniël 7:27). (B.t.w.: wat een rijkdom om te beseffen dat wij als gelovigen door genade mogen horen bij het volk van de heiligen des Allerhoogsten!)
Ja als gelovigen kijken wij uit naar de tijd van Gods koninkrijk waarin wij met Jezus als koningen mogen heersen! Een geweldige belofte: indien wij volharden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen; indien wij Hem zullen verloochenen, zal ook Hij ons verloochenen (2 Tim.2:12)
En met die hoop, met die verwachting, mogen we nu, terwijl wij hier op aarde leven, bezig zijn. Of misschien gezegd: we mogen ons nu voorbereiden op de taak die ons wacht in Gods koninkrijk. Namelijk met Hem heersen. Het is overigens niet alleen een taak die ons wacht. Het zal een heerlijkheid zijn die ons verstand te boven gaat. En er bestaat toch niets heerlijkers om voortaan voor altijd bij de Here te zijn (1 Tes.4:17)? Hem te zien van aangezicht tot aangezicht? Geweldig! Wat een vooruitzicht! Maar, gelijk geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben (1 Kor.2:9).
Beginnen we al een beetje te begrijpen waarom Paulus huilt over het feit dat zijn medegelovigen aardsgezind zijn? Ja van ongelovigen mag je het verwachten dat zij aardsgezind zijn, immers zij weten niet beter. Als je niet gelooft in een leven na dit leven, dan probeer je er toch het allerbeste van te maken en al het geluk eruit te halen dat er in zit? Immers (zo denkt men): je leeft maar één keer!
Het is echter maar verdrietig als gelovigen zo denken. Zij beseffen immers: ons leven is de leerschool, maar het beste, het echte leven, Gods koninkrijk dat komt nog! Gelovigen die alle geluk op aarde zoeken, alsof ook zij denken dat zij maar één keer leven, dat is eigenlijk vreselijk droevig. Je hebt het eeuwige leven, maar je leeft alsof je leven ieder moment kan eindigen. Je bezit een enorme schat in de hemel, maar je leeft alsof je eerst al je rijkdommen op aarde moet vergaren. Er wacht je een enorme taak in Gods koninkrijk, maar je leeft alsof alles afhangt van je carrière hier op aarde. Je weet dat je de Here misschien wel spoedig zal ontmoeten, maar je leeft alsof Hij zeker nog lang op zich zal laten wachten. Je streeft naar luxe en woongenot (het liefst in een mooi huis in een mooie omgeving) maar je vergeet dat je echte woonplaats bij God is, in het nieuwe Jeruzalem.
Schrijf ik dit nu allemaal om andere gelovigen de les te lezen?
Nee, geenszins, want ik schrijf dit ook aan mijzelf. Wij leven allen in een maatschappij die ons dreigt op te slurpen door al de aardse zaken die er op ons afkomen. Toch ben ik er van overtuigd dat we als gelovigen veel krachtiger zouden zijn als we de vermaning van Paulus ter harte zouden nemen: Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn (Kol.3:2).
Immers, dan ga je alles in je leven bezien vanuit een ander perspectief. Je gaat zien wat echt belangrijk is, en vele zaken waarover we nu nog ons hoofd breken, worden tot onbelangrijke bijzaken. Ook met de tegenslagen en het lijden dat we allemaal in één of andere vorm meemaken hier op aarde, ga je op een andere manier om. Want je beseft: het is allemaal maar tijdelijk. Het gaat allemaal voorbij. Het beste komt nog! Je zegt: Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden (Rom.8:18).
Nee, we zoeken ons geluk niet op aarde. En het lijden hoeft niet verwijderd te worden uit ons leven. Immers we beseffen dat ook dat lijden ons voorbereidt op de heerlijke taak die ons wacht in Gods koninkrijk. We volharden, ook in ons lijden. En zo mag je alles wat gebeurt in je leven leren zien vanuit Gods perspectief en je leven hier op aarde zien als een voorbereiding op de eeuwigheid. Het leven met Hem, daar is het waar alles uiteindelijk om draait. Laten we daarom de woorden van Jezus ter harte nemen:
Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maakt en waar dieven inbreken en stelen; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar noch mot noch roest ze ontoonbaar maakt en waar geen dieven inbreken of stelen. Want, waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn (Mat.6:19-21)
Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 1951