Maar wij hebben de zin van Christus (1 Kor.2:16)
Paulus zegt in de bovenstaande tekst dat wij de zin van Christus hebben. Wat betekent dat, en welke gevolgen heeft dat voor ons leven als gelovigen?
Voor het woordje zin, staat in de oorspronkelijk Griekse tekst het woordje: noun, dat een vervoeging is van nous dat je ook kan vertalen met: het denken, of de denkwijze. Met andere woorden: gelovigen hebben de denkwijze van Christus, of te minste, dat zou zo moeten zijn! Want als je naar de omliggende tekst kijkt dan zie je dat het er bij de Korintiërs aan ontbrak. Immers Paulus noemt hen vleselijk. Dat wil zeggen: zij lieten zich beheersen door hun vlees, door de zonde, en niet door de de Geest. En het is juist de Geest van Christus die ons wil vullen met Zijn denkwijze!
Als wij tot geloof komen, en de Heilige Geest ontvangen, dan word je een nieuwe schepping, en heb je in principe een nieuwe manier van denken ontvangen. Je bent veranderd. En dit is ook het getuigenis van velen die tot geloof komen. Ze zeggen: God heeft mij helemaal veranderd!
Toch zie je ook dat na dit eerste enthousiasme velen weer terugvallen. Men wordt geconfronteerd met de eigen fouten en gebreken. Men wordt beïnvloed door de wereld en omstandigheden, de wereld en het vlees blijkt toch niet zijn aantrekkelijkheid te hebben verloren, etc. En stapje voor stapje, beginnen gelovigen die in Christus nieuwe scheppingen zijn, toch weer te leven alsof er niets veranderd is. Zij worden gelovigen die niet worden (zie mijn overdenking van 26 maart) wat zij zijn (in Christus).
God geeft ons echter op vele plaatsen in de Bijbel de opdracht om te leven als nieuwe mensen. Ik ga hier niet alle Bijbelteksten opsommen, maar je hoeft er maar de brieven van Paulus op na te lezen. Dan zal je zien, dat hij veelal onze positie in Christus beschrijft, om vervolgens de gelovigen op te dragen daarnaar te leven. Iets wat niet vanzelf gaat, maar iets wat je dus moet doen. (zie bv: Efeze 4-6)
Maar om dit te kunnen doen is er iets belangrijks nodig! En hier beland ik weer bij de tekst van vandaag: Wij moeten ons denkwijze van Christus eigen maken. En ik durf te zeggen, dat DE manier om je deze denkwijze eigen te maken, is door je Zijn Woord eigen te maken. Je kunt pas op een andere manier gaan leven, als je op een andere manier gaat denken. Denk hierbij opnieuw aan de tekst in Rom.12:2: En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. In deze tekst heeft men het Griekse woordje nous overigens wèl vertaald met denken.
Verandering begint in de denkwijze. De manier waarop je denkt moet geheel veranderen. En dit komt je niet zomaar aanwaaien! Aan deze verandering kan je werken door Gods Woord te bestuderen. Ja, maar, zal iemand zeggen, die studie heb ik helemaal niet nodig, de Heilige Geest maakt mij wel duidelijk hoe ik moet leven en handelen, de Bijbel is voor mij daarin slechts een bijzaak! Mijn antwoord hierop is: hoe weet je of je niet te maken hebt met een valse geest (of misschien wel vroom vlees?) in plaats van de Heilige Geest? Onze enige toetssteen hiervoor is toch het Woord van God. Voor Christus zelf, was dit in ieder geval wel duidelijk in zijn aardse leven. Was zijn wapen tegen de verzoekingen in de woestijn niet telkens: er staat geschreven? (Zie bv: Mat.4:1-11).
Maar je kunt pas zeggen: er staat geschreven, als je ook weet wat er geschreven staat. En daarom is Bijbelstudie of Bijbelonderwijs zo belangrijk. Het vormt je gedachten. Je maakt je de denkwijze van Christus eigen. Hoe meer je vervuld wordt van Gods woord, hoe meer je zal ontdekken dat dit consequenties heeft voor je dagelijkse wandel met de Here. Mooie consequenties, maar ook gevolgen die niet altijd even gemakkelijk zijn.
Het mooie is dat je leven je positie in Christus mag gaan weerspiegelen. Je brengt in praktijk wie je bent in Hem. En door zijn Woord, weet je wie je bent in Hem. Een rechtvaardige, vrij van veroordeling, vrij van de banden van de zonde.
Het is ook echter ook niet altijd even gemakkelijk, want door zijn Woord krijg je steeds meer onderscheidingsvermogen. Je leert te zien wat wèl naar zijn wil is en wat niet. En dat kan het leven soms lastig maken. Je kunt gewoon niet meer zomaar met de stroom meegaan en doen wat iedereen om je heen doet. Je wilt niet meer doen wat het licht niet kan verdragen. Je kunt geen water meer bij de wijn doen!
Soms kan het zelf moeilijk zijn in de omgang met andere gelovigen. Immers, elke gelovige maakt een groeiproces door, en niet ieder gelovige is evenzeer doordrongen van het belang van Gods Woord. Ja, ook in de christelijke wereld wordt er veel water bij de wijn gedaan, en als we naar onszelf kijken ontdekken we dat wij hier ook schuldig aan zijn.
Wie durft er nog openlijk voor uit te komen dat hij/zij de Bijbelse richtlijnen voor het huwelijk en seksualiteit wil naleven (1 Tess.4:3-5)? Wie wil de TV nog afzetten wanneer datgene wat er op verschijnt Gods licht niet kan verdragen (Ef.5:11)? Wie durft nog te zeggen dat hij bidt voor de overheid, de overheid gehoorzaamt (Rom.13:1-7) en braaf zijn belastingen betaalt? Wie durft zijn opgroeiende tieners nog te verbieden zich in gelegenheden te begeven die Gods licht niet kunnen verdragen? En wie wil (dat raakt ons misschien nog het meest) zijn eigen belang op zij zetten om belangeloos de naaste te dienen (Rom.13:9)?
En dit alles heeft overigens niets te maken met wetticisme! Waar het hier om gaat is een door de Geest aangespoord worden om te leven naar Gods wil. Het is allemaal vanuit een verlangen, niet vanuit een angst of plicht! En vanuit dit verlangen maak je keuzes. Iedere dag opnieuw, elk moment opnieuw. Je kiest voor wat Hij wil, en dat weet je door zijn Woord. Je kiest tegen wat Hij niet wil, en ook dat weet je door zijn Woord.
Daarom houden ook wij sedert de dag, dat wij dit gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vragen, dat gij met de rechte kennis van zijn wil vervuld moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God. (Kol.1:9-10)
Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands Bijbelgenootschap, 1951