Indien wij volharden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen; (2 Tim.2:12a)
Hier blijkt de volharding der heiligen, die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren. (Openbaring 14:12)
In 2 Tim.2:12 zegt Paulus dat er aan de volharding een belofte gekoppeld is, namelijk dat je met Christus als koning zal heersen. Volharding is dus iets belangrijks want het komt er op neer dat als je niet volhardt, dat je dan niet met Hem als koning zal heersen. En die belofte willen we toch niet kwijtspelen? De belofte om als koning te zullen heersen vraagt van ons dus een inspanning, en wel de inspanning om te volharden.
Op dezelfde wijze wordt er ook in het boek Openbaring over volharding gesproken. Ook hier zie je dat de volharding beloond wordt met een deelname aan het koningschap van Christus. Het blijkt zelfs centraal thema te zijn in dit boek.
De schrijver Johannes verwachtte klaarblijkelijk dat de gemeenten waaraan hij schreef, de dienstknechten van God (Openbaring 1:1) de komende periode van verdrukking en toorn, ook wel genoemd ,`de dag des Heren` (zie Maleachi 4) nog zouden meemaken. In het boek Openbaring worden zij als het ware op deze moeilijke periode voorbereid. Het blijkt namelijk dat deze dag des Heren samengaat met een bloedige christenvervolging. Zie b.v.: Openb.13:7a: En hem werd gegeven om tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te overwinnen of Openb.17:6a: en ik zag de vrouw (Babylon) dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus. Het gaat erom dat de gelovigen als overwinnaars uit de dag tevoorschijn komen, zodat zij deel zullen hebben aan wat daarna komt, de heerschappij van God op aarde. In het boek wordt als het ware een strijd gevoerd om de heerschappij op aarde: tussen het beest (de antichristelijke macht) en tussen God en zijn heiligen. Voor de gelovigen geldt: zullen zij delen in deze toekomstige heerschappij van God of niet? Alleen wie overwint zal er namelijk in delen. Meerdere malen wordt dan ook in het boek vermeld dat het als koning heersen met Christus de bestemming is van de gelovigen.
Openb.2:26 Wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen.
Openb.3:21: Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.
Openb.5:10 (…)en zij zullen als koningen heersen op de aarde.
Openb.20:4 (…) en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, (…)
Openb.22:5 (…) en zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden
In het boek gaat het er dus om wie door verdrukking heen tot de bestemming komen om met Christus als koning te heersen. Het gaat erom wie tot het koninklijke volk met de koninklijke opdracht mogen behoren.
Deze koninklijke opdracht, ofwel dit als koning heersen was ook de belofte welke God aan Israël gegeven had: en koningen zullen uit uw lendenen voorkomen (Gen.35:11) Het heilige volk van God was geroepen om met God in het koninkrijk van God te heersen. Daniël 7:18: Daarna zullen de heiligen het koningschap ontvangen, en zij zullen het koningschap bezitten tot in eeuwigheid, ja, tot in eeuwigheid der eeuwigheden. Daniël 7:27 En het koningschap, de macht en de grootheid der koninkrijken onder de ganse hemel zal gegeven worden aan het volk van de heiligen des Allerhoogsten: zijn koningschap is een eeuwig koningschap, en alle machten zullen het dienen en gehoorzamen.
Ofschoon het boek Openbaring vol staat met oordelen over het kwaad, dat ook binnen de gemeenten plaatsvindt , is het uitgangspunt van het boek de liefde van Jezus Christus tot de gemeenten. Openb.1:5-6 zegt dan ook: (…) Hem, die ons liefheeft en ons uit onze zonden verlost heeft door zijn bloed - en Hij heeft ons tot een koninkrijk, tot priesters voor zijn God en Vader gemaakt (…). Ook in het boek Openbaring is dus de verlossing een werk van Gods genade, de verlossing en redding van zonden gebeurt door het volbrachte werk van Christus.
Deze verlosten staat echter een tijd van verdrukking te wachten. Waar het nu om draait, is of de verlosten, ook in tijden van verdrukking blijven volharden in de goede werken van God, en kunnen delen in de taak van Christus om op aarde te heersen. Alleen zij die volharden zullen namelijk met Hem heersen.
Aan het einde van het boek worden dan ook degene vermeld die tot hun bestemming komen: Openb.22:5: En zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden.
Maar volharden, wat is dat? De betekenis van het Griekse grondwoord is letterlijk: eronder blijven. En je kan je dan afvragen, waaronder? Het eerste waar ik zelf aan denk is de lijdensweg die Christus voor ons ging. Hij liet zich bespotten, Hij liet zich geselen, Hij liet zich kruisigen en Hij vluchtte niet weg, maar Hij bleef onder dit lijden. Hij nam daadwerkelijk Zijn kruis op zich (zie Mat.10:38). Want Hij had het einddoel voor ogen: de verlossing van ons mensen en de heerlijkheid bij de Vader (Joh.17:5). Hij wist dat Hij deze weg moest gaan, om daarna door God verhoogd te worden en de Naam boven alle naam te ontvangen (Filippenzen 2:9). Ook Jezus wist dat de volharding nodig was om in heerlijkheid het koningschap te ontvangen. De schrijver van de Hebreeënbrief zegt het mooi: maar wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor een ieder de dood zou smaken, met heerlijkheid en eer gekroond.(Hebr.2:9). In 2 Tes.3:5 spreekt Paulus dan ook van de volharding van Christus. Hij volhardde, want Hij bleef gehoorzaam aan God, ook al betekende deze gehoorzaamheid een vreselijk lijden.
En aan deze volharding van Christus mogen wij als gelovigen ook deel hebben. Of beter gezegd: er bestaat geen koningschap zonder volharding. En die volharding, is niet gemakkelijk. Het is iets wat je slechts alleen kunt volhouden door Hem die ons is voorgegaan. Je kunt het slechts door Zijn kracht, door Zijn Geest die in je woont.
Maar willen we ook volharden? Leven we niet in een tijd waarin we toch vooral willen dat het ons gemakkelijk wordt gemaakt? Hebben we niet soms verleerd om ergens moeite voor te doen?
Om nog even stil staan bij de betekenis van het woord volharden, eronder blijven, dan kan datgene waarin je moet volharden (waar je onder moet blijven) van gelovige tot gelovige verschillen. Ieder heeft zijn eigen last te dragen waar hij onder moet blijven (Gal.6:5). Het is namelijk een last die de Here ons te dragen geeft! Ieder kan voor zichzelf wel invullen wat hij/zij te dragen heeft. Voor de één zijn het de familiale omstandigheden, relatie of huwelijk waarin volhard moet worden om tot zegen te zijn. Voor de ander is het de zware verantwoordelijkheid van een door God gegeven leidinggevende functie. Jongeren vinden misschien hun schoolwerk te zwaar en willen het liefst het bijltje erbij neergooien. Weer een ander heeft te kampen met ziekte of een zwakke lichamelijke toestand. Zo zijn er oneindig veel lasten op te sommen die wij als mens te dragen hebben. Zaken die de Here op onze weg heeft gestuurd of in ieder geval heeft toegelaten, en waarin wij mogen leren te volharden.
En soms kan zo`n last (te) zwaar lijken om te dragen. En juist dan is het goed om je af te vragen: wil ik mijn last afwerpen, wegvluchten? Of wil ik onder de last van de Here blijven? Volharden. Met het einddoel voor ogen: met Christus regeren in zijn koninkrijk!
In Openbaring 14:12 wordt de volharding omschreven met de woorden: die de geboden Gods en het geloof in Jezus bewaren. Hier heeft de volharding betrekking op twee aspecten: de geboden Gods bewaren, en het geloof in (letterlijk: van) Jezus bewaren. Gehoorzaamheid en geloof. We kunnen nog zoveel op noemen waarin wij moeten volharden, maar dit is waar het werkelijk om draait! Blijven gehoorzamen. Blijven volharden in geloof (vertrouwen) op Hem. Volharden is blijven zeggen: Here ik wil blijven leven naar uw wil. Dat wil zeggen: doen wat uw woord van mij vraagt. In de praktijk brengen wat u mij onderwijst. En, ik wil blijven geloven vertrouwen op iedere belofte uit uw woord. Uw belofte houdt stand, wat er ook gebeurt!
We leven op het moment in een tijd waarin het kerkelijk leven zogezegd op een laag pitje staat. De meeste kerkdiensten worden afgelast, er is weinig persoonlijk contact tussen gelovigen onderling, en we zijn genoodzaakt om kerkdiensten en/of Bijbelstudies online te volgen. Ik vraag me dan soms af: hoe zal iedereen het er vanaf brengen? Zal iedereen blijven gehoorzamen en geloven? Of zal er toch een deel zijn wat afhaakt, omdat het toch wel prettig is om op zondagochtend te kunnen uitslapen?
Hoe mooi is het als je kan zeggen: Wat er ook gebeurt, ik blijf de Here gehoorzamen en ik blijf op Hem vertrouwen! Ik blijf alles dragen wat Hij mij te dragen geeft! Nee, niet vanuit onszelf. Maar door Hem die zijn kracht in onze zwakheid openbaart (2 Kor.12:9) En: Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt. (1 Kor.10:13)
Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands Bijbelgenootschap, 1951