Dankbaarheid

Gepubliceerd op 9 augustus 2021 om 12:01

Waarom is dankbaarheid zo belangrijk? Om over een antwoord op deze vraag na te denken vraag ik u eerst Rom.1:18-25 te lezen (debijbel.nl) In dit gedeelte spreekt Paulus over het besef  dat mensen  kunnen hebben dat er een Schepper is doordat zij  Gods werk in de schepping kunnen waarnemen. In verband met de dankbaarheid is met name het 21ste vers van belang: Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen en het is duister geworden in hun onverstandig hart. In plaats dat de mensen God danken en vereren, zijn zij het schepsel gaan vereren boven God  (vers 25). Opvallend is dat voor Paulus het niet danken van God gelijk is aan ongerechtigheid en goddeloosheid (vers 1). 

 We zouden ons kunnen afvragen hoe dankbaarheid tegenover God ontstaat. In het hoofdstuk in de Romeinenbrief koppelt Paulus het aan het kennen van God (zie vers 21). In feite zegt hij; als je God kent, dan zou dat moeten leiden tot dankbaarheid in je leven. Hebben we een vermoeden waarom dat zo is? Ik laat het aan u over om deze vraag voor uzelf te beantwoorden!.

Dankbaarheid kan ook een bron van kracht zijn in je leven.  Een voorbeeld van een dankbaar mens was de apostel Paulus. Tijdens zijn laatste brieven is hij om Christus’ wil  in de gevangenis opgesloten (Fil.1:13), en bevindt hij zich in een onzekere situatie. Wordt hij vrijgelaten of wacht hem de doodstraf? Toch blijkt uit zijn brieven op geen enkele manier dat hij in opstand komt tegen zijn moeilijke omstandigheden. Integendeel. Tijdens zijn gevangenschap  schrijft het volgende: ik heb geleerd met de omstandigheden, waarin ik verkeer, genoegen te nemen (Fil. 4:11)  en.... Ik vermag alle dingen in Hem die mij kracht geeft (Fil.4:13). In zijn laatste brief voor zijn dood schrijft hij: ik breng dank aan God, die ik evenals mijn voorouders, met een rein geweten dien (2 Tim.1:3)

In de brieven aan de gemeenten  worden de gelovigen ook regelmatig aangemoedigd om God te danken. Een voorbeeld van zo’n aanmoediging vinden we in Ef.5:20,1 Tes.5:18 en Kol.3:17. In deze Schriftplaatsen is de nadruk op de voortdurende  en overvloedige dankzegging van de gelovigen aan God opvallend.  Het lijkt echter  een opdracht waar maar weinig mensen in hun dagelijks leven aan kunnen of willen beantwoorden. Want zijn we als mens niet sneller geneigd om opstandig te worden tegenover God, wanneer de dingen ons tegenzitten?

De volgende vraag die we ons dan kunnen stellen betreft de inhoud van onze dankzegging. Want waar kunnen en mogen we Hem voor danken? Alleen voor de goede dingen die we van Hem ontvangen? Of bestaan er ook minder prettige zaken waarvoor we Hem toch danken, omdat we beseffen dat God deze zaken in ons leven heeft toegelaten, en dat ze daarom goed voor ons zijn?

Dr. A. A. van Ruler zegt in zijn boek “De meeste van deze is de liefde” het volgende over verdragen (Uitg: J.N. Voorhoeve, Den Haag, 1975, p.127): “De liefde verdraagt alles. Helemaal letterlijk staat er eigenlijk: zij blijft er onder. Dat wil zeggen: zij aanvaardt alle dingen en gaat er middenin staan en houdt dan vast aan het hele goddelijke bedoelen met zijn schepping. Zij gaat ook en juist middenin het kwaad en de verlorenheid staan. Zoals Jezus het kruis en daarin de samenvatting van het kwaad en daarin het gericht van God, dat over alle dingen gaat, aanvaard en verdragen heeft, er van binnen uit alleen maar ja tegen gezegd heeft, zo verdraagt de liefde alle dingen”. (einde citaat)

Is het bovenstaande ook onze ervaring?

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands Bijbelgenootschap,  1951.