Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven (Gal.2:20)
In mijn vorige overdenking over het aanstotelijke van het kruis heb ik benadrukt dat het kruis een einde maakt aan onze ik. Het kruis maakt een einde aan onze oude mens die gebonden is aan de zonde, maar ook onze oude mens die zichzelf probeert te rechtvaardigen. De oude mens die door eigen werken probeert door God aanvaard te worden. Aan dit geloof in de eigen goedheid maakt het kruis een einde. Immers, het enige wat onze oude mens verdient is met Christus gekruisigd te zijn (zie Rom.6:6).
Dit alles is echter nog niet het gehele evangelie. Na het kruis volgt immers de opstanding en verheerlijking van Christus. De verheerlijking waarna de Heilige Geest is uitgestort. Na het kruis volgt het nieuwe leven waarin wij mogen wandelen. Het kruis is hierbij wel onmisbaar. Het rekent af met wie wij als oude mensen zijn, namelijk zondaren.
De meesten onder ons zullen wel beseffen dat het niet goed is om je slechts te richten op het leven van Jezus vóór zijn kruisiging. Dit doen we als we proberen Jezus na te volgen en hierbij zijn verzoenend sterven buiten beschouwing laten. Dan zien we Jezus als een goed voorbeeld en doen onze uiterste best om dit voorbeeld na te volgen. Als we dan eerlijk zijn tegenover onszelf moeten we wel tot de conclusie komen dat we vastlopen. Het lukt ons niet. Immers als oude mensen zullen wij nooit en te nimmer in staat zijn als nieuwe mensen te leven. Eerst moet het oude voorbijgaan (aan het kruis) voordat het nieuwe kan komen. Maar het nieuwe moet wel komen!
Leven uit geloof betekent dan ook: vertrouwen op wat Jezus Christus voor jou gedaan heeft en er naar handelen. Wat heeft Hij gedaan? Door de overwinning over zonde en dood heeft hij jou mede-overwinnaar gemaakt.
Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus. (1 Kor.15:57)
Je bent nieuw geworden, samen met Hem in de geest verheerlijkt. De zonde en de dood heeft geen macht meer over jou. Dat te aanvaarden, lijkt niet altijd zo simpel te zijn. We spiegelen ons aan Gods wet en komen tot de conclusie: ik ben een zondaar en bak er niks van. Ja, ik moet nog telkens weer met Christus gekruisigd worden. Dan doen we echter geen recht aan het volbrachte werk van Christus. Immers, we zijn reeds gekruisigd met Hem. Dat feit ligt al achter ons.
Het lijkt misschien wel vroom en nederig om te zeggen dat je een zondaar blijft tot je dood, maar door dit te zeggen doen we onszelf tekort. Je komt niet tot vernieuwing, omdat je het eigenlijk niet gelooft. Je kijkt naar wie je bent, je gebreken, je fouten en eigenlijk denk je: er is niets veranderd!
Toch zegt de tekst boven deze overdenking iets anders. Je bent met Christus gekruisigd. Niet langer leeft jouw ik (je oude mens) maar Christus leeft in je. Ja, je leeft nog wel in het vlees. Dat nare vlees dat jou keer op keer probeert naar beneden te trekken. Dat vlees dat ons verleidt om te zondigen. Aan dat vlees mag je echter weerstand bieden. En de tekst zegt ook hoe: je mag leven door het geloof in de Zoon van God, die jou heeft liefgehad en Zich voor jou heeft overgegeven.
Geloof! Daar gaat het om. Vertrouwen op wie Hij is, vertrouwen op wat Hij gedaan heeft, en vertrouwen op wat Hij doet. Hij is de Zoon van God. Hem aan wie alle macht is gegeven in de hemel en op aarde (Mat.28:18). Is er iemand sterker en krachtiger dan Hij? Nee. Die Christus Jezus woont door de Heilige Geest in jou, of beter gezegd: Hij leeft in jou. Hij die dood en zonde overwonnen heeft en nu alle macht heeft. Hij woont in jou. Zou Hij niet in staat zijn aan de verleidingen van het vlees te weerstaan? Wanneer je dit beseft dan beschouw je jezelf toch niet langer als een arme zondaar tot de dood?
We zouden moeten leren om in geloof te aanvaarden wat Gods woord over ons zegt. Zo lezen we in Rom.5:10 iets over onze huidige positie ten opzichte van God: Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft.
Wij waren vijanden van God, maar wij zijn nu verzoend door zijn dood. Immers onze oude God-vijandige mens is met Christus gestorven aan het kruis (Rom.6:6). Nu onze relatie met God hersteld is (verzoend) worden we behouden doordat Hij leeft. De Zoon van God. De verheerlijkte Heer. Hij leeft. In ons. Hij is onze Redding.
Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen (2 Kor.5:17). Als je in Christus bent mag je geloven: het oude is voorbij, aan het kruis genageld, het nieuwe is gekomen. Voltooide tijd. In Christus ben je nieuw geworden. Zouden wij dan niet in staat zijn als nieuwe mensen te leven?
Ja, na het kruis, de opstanding en verheerlijking, mogen we voortaan zeggen: Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft (Fil.4:13).
Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 1951.