Het eerste gebod

Gepubliceerd op 14 maart 2022 om 15:40

Welk gebod is het eerste van alle? Jezus antwoordde: Het eerste is: Hoor, Israël, de Here, onze God, de Here is een, en gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht. Het tweede is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Een ander gebod groter dan deze, bestaat niet. (Markus 12:28b-31)

In antwoord op een vraag van een Schriftgeleerde zegt Jezus wat het eerste en tweede gebod is. Vandaag wil ik stilstaan bij het eerste gebod: De Here God liefhebben met geheel ons hart, geheel onze ziel, geheel ons verstand, geheel onze kracht. Kortom: God wil dat wij Hem liefhebben met geheel ons wezen. Hij wil alles voor ons zijn. God alles, dat is het doel wat God met de mens voor ogen heeft en niet voor niets beschrijft Paulus dit in 1 Kor. 15:28 ook als het einddoel van zijn heerschappij: God alles in allen.

God alles! Tja, zo zullen we zeggen, daar is toch in de wereld om ons heen nog maar weinig van te merken. Het lijkt er eerder op dat de mensheid zelf de touwtjes in handen wil hebben. Het motto is de mens alles,….en God? Die roepen we wel te hulp als we Hem nodig hebben. Als we de Bijbel een beetje kennen weten we echter dat deze houding van de mensheid zal uitlopen op een grote catastrofe. De mensheid aan zichzelf overgelaten is ten dode gedoemd. En wat is de eerste oorzaak hiervan? De afkeer van het eerste gebod: God lief te hebben boven alles. Niet voor niets schrijft Paulus in Rom.1:18: Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.

Zoals de liefde tot God het eerste gebod is, zo is ook de goddeloosheid (=geen eerbied voor God) de eerste zonde der mensheid waarover Gods toorn komt. Ja, met het tweede gebod hebben we over het algemeen minder moeite: je naaste liefhebben als jezelf, alhoewel: vaak willen we wel goed doen, zolang het maar onszelf niets kost. Vaak is toch: ik heb mezelf lief, en wil eventueel ook nog wel wat doen voor mijn naaste.

Naastenliefde kan je echter niet loskoppelen van Hij die de bron van ware liefde is. Je kan niet zeggen: mijn naaste wil ik wel liefhebben, maar van God wil ik niets weten. Je bent dan immers afgesneden van de bron, de bron waaruit je moet putten om je naaste te kunnen liefhebben.

Zoals het eerste gebod het liefhebben van God is, is de eerste zonde de overtreding van dit gebod, namelijk het niet liefhebben van God. Het niet liefhebben van God was ook de eerste oorzaak waardoor de eerste mens luisterde naar de slang en niet naar God (zie Gen 3). We kennen het vervolg van de geschiedenis.

Misschien zeggen we wel bij onszelf  “waarom zou ik geloven dat Jezus voor mijn zonden stierf aan het kruis? Waarom zou ik dat nodig hebben? Ik doe toch niemand kwaad? Ik doe toch goed voor mijn medemens? Ik vertrouw op mijzelf! God heb ik helemaal niet nodig! Ik ben trots op mijzelf, en laat me niet beledigen door mensen die zeggen dat ik een zondaar ben!”

Wat ontbreekt er hier? De liefde tot God. Waar de liefde tot God de eerste plaats krijgt worden wijzelf bescheiden als het gaat om wat wij zelf presteren. Het eerste gebod van de liefde tot God doet je ontdekken dat je tekort schiet. Je ontdekt dat je liefde tot jezelf vaak groter is dan je liefde tot God. Je wil God wel liefhebben, maar niet teveel. Alles is wel veel gevraagd. Je hebt ook nog je eigen leven, en daar mag niemand aankomen. Ook God niet. Ja het kan echt een strijd zijn om je over te geven en te zeggen: Here, wilt U alles voor mij worden?

Eigenlijk is het ontdekken van het eerst gebod, de liefde tot God, het begin van het leven als gelovige, oftewel: de liefde tot God maakt je een christen. Als er geen liefde tot God is, doe je misschien wel je best, ben je humaan bezig, maar je bent geen christen! Het ontdekken van het gebrek van liefde tot God kan je dan ook  bereid maken om het evangelie van Jezus` volbrachte werk te aanvaarden.

In Rom. 1:16-18 beschrijft Paulus zelfs de noodzaak van het evangelie als gevolg van Gods toorn over goddeloosheid (=geen liefde tot God). In het volgende citaat heb ik de tekst tussen de haken weggelaten. 

Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft,(…) Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mens en, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.

Het woordje want is veelzeggend in dit vers. Het verklaart waarom het evangelie een kracht van God is tot behoud. Door het evangelie redt God je van de toorn die zich in de eerste plaats openbaart over de goddeloosheid (en de daaruit voortvloeiende ongerechtigheid).

Ik besef dat het over het algemeen niet wordt gewaardeerd om te spreken over Gods toorn. Toch zien we hier dat juist de toorn van God hoort bij de verkondiging van het evangelie. Ook in het vervolg van de Romeinenbrief zien we dat Paulus regelmatig spreekt over de toorn van God (zoals overigens ook in de rest van de Bijbel veelvuldig over de toorn van God wordt gesproken). Het is dan ook de toorn van God waarvan wij gered moeten worden. De toorn die in de eerste plaats komt over de afkeer van het eerste gebod. God liefhebben boven alles.

Paulus schrijft het ook in het vervolg: Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart. (Rom.1:21).

De eerste zonde van ons mensen is de zonde tegen God: Hem niet danken, Hem niet verheerlijken, Hem niet liefhebben. Terwijl wij mensen alles aan Hem te danken hebben! Geheel ons bestaan, alles wat wij bezitten, alles wat wij doen, al ons geluk, noem maar op, wij ontvangen alles van Hem!

En tot dat besef kom je als je tot geloof komt. Als je tot besef komt: Hij is mijn Maker. Hij is volmaakt, en ik ben dat niet. Hij is de volmaakte liefde, terwijl mijn leven vooral om mezelf draait. Het evangelie verlost ons van wie wij in onszelf zijn. Immers, de toorn van God, het oordeel van de dood, dat wij verdienden droeg Jezus Christus in onze plaats aan het kruis. Daar aan het kruis rekende Hij af met ons gebrek aan liefde tot God. Daar stierf onze oude (liefdeloze) mens.

En dan? Als je Hem ontvangt, ontvang je de liefde tot God in je hart door de Heilige Geest. In Rom. 5:5 schrijft Paulus immers dat de liefde Gods in onze harten is uitgestort door de Heilige Geest. Mijn voorkeur gaat er naar uit om hier te vertalen met liefde tot God. Dat is immers wat er gebeurt als je Hem aanvaardt. Door de Heilige Geest in je weet je je niet alleen geliefd door God, maar is er ook liefde tot God gekomen. Hij wordt alles voor je. Je bent gered van de toorn, en niets kan je meer scheiden van zijn liefde. Voortaan mag je leren leven volgens het eerst gebod:

de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht (Markus 12:30).

 

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 1951.