In het eerste hoofdstuk van de Romeinenbrief heeft de apostel Paulus geschreven dat Gods toorn komt over alle zonde en ongerechtigheid van de mensen. Als gelovigen zijn we dankbaar dat wij, gerechtvaardigd door het bloed van Jezus behouden worden van de toorn. Zo staat het immers in Rom.5:9: Veel meer zullen wij derhalve, thans door zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn. Wij zijn tot berouw gekomen over onze zonden en hebben Gods genade leren kennen. Vrijgekocht! Vrij van schuld. Vrij van veroordeling. Vrij van toorn.
Tot hen die deze genade nog niet hebben leren kennen schrijft Paulus: Of veracht gij de rijkdom van zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en lankmoedigheid, en beseft gij niet, dat de goedertierenheid Gods u tot boetvaardigheid leidt? (Rom.2:4) Wat zou hij met dit vers bedoelen en wat kunnen wij hieruit leren?
In de voorgaande verzen spoort Paulus de lezers aan om niet te oordelen. Want als je oordeelt, vergeet je dat je zelf ook fouten maakt, Gods wet overtreedt en tekort schiet. Jij die de ander veroordeelt, verdient evengoed straf als die ander. Paulus conclusie is dan ook: Wij weten echter, dat het oordeel Gods onpartijdig gaat over hen, die zulke dingen bedrijven. Rekent gij wellicht hierop, o mens, die oordeelt over hen, die zulke dingen bedrijven, en ze zelf doet, dat gij het oordeel Gods ontgaan zult? (Rom.2:2-3).
Gods oordeel, Gods toorn zal komen over alle ongerechtigheid van de mensen, Rom.2:8-9: maar hun, die zichzelf zoeken, der waarheid ongehoorzaam en der ongerechtigheid gehoorzaam zijn, wacht toorn en gramschap. Verdrukking en benauwdheid (zal komen) over ieder levend mens, die het kwade bewerkt, eerst de Jood en ook de Griek;
Als je hier tegenwoordig over spreekt, dan wordt daar een beetje lacherig over gedaan. Je krijgt als antwoord: Toorn? Gramschap? Wat is dat voor een God waarin jij gelooft? Waar jij aan doet is alleen maar bangmakerij! God is toch goed? God is toch liefde? Denk je nu echt dat God boos is over die paar foutjes die ik maak? Hij zal heus wel alles vergeven! God is enkel pure liefde! Maak je niet druk!
En deze houding, dat is nu net de houding die Paulus afkeurt, het is een verachting (=minachting) van Gods goedheid. Je minacht iets namelijk als je iets niet serieus neemt. Als je ergens geen respect voor hebt, in dit geval, geen respect voor de goedheid van God. Je denkt bij wijze van spreken alsof God (ik zeg het met respect) een soort goedzak is die alles toch wel goed vindt en zich nergens druk over maakt. Een soort lieve oude man bij wie je alles kan maken. Hoe vaak wordt er in het leven echter geen misbruik gemaakt van de goedheid van oude mensen? Asociale mensen die de goedheid van anderen minachten voor hun eigen gewin?
Zo willen we toch niet met God omgaan? Nee, en toch gebeurt het. In de wereld om ons heen, maar misschien ook wel door ons zelf. Het blijkt de mens eigen te zijn om de dreiging van Gods toorn weg te lachen of weg te wuiven als een fabeltje en door te leven alsof er niets aan de hand is. Het gebeurde al in de tijd van Noach. Hij verkondigde de aankomende zondvloed. En de mensen? Zij trokken zich er niets van aan leefden verder alsof er niets aan de hand was.
En zoals de tijd van Noach was, zo zal ook het ook zijn als Gods toorn komt over deze wereld. Zo zegt Jezus het: Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in die dagen voor de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. (Mat.24:37-39).
Om het met de woorden van Paulus te zeggen: Terwijl zij zeggen: het is (alles) vrede en rust, overkomt hun, als de weeën een zwangere vrouw, een plotseling verderf, en zij zullen geenszins ontkomen (1 Tes.5:3)
Maar wat heeft dit te maken met het verachten van Gods goedheid? Heel veel! Zolang Gods toorn namelijk niet is aangebroken leven we als mensen onder de goedheid, verdraagzaamheid en het geduld van God. Hij is goed jegens de ondankbaren en bozen. (Lukas 6:35).
Wij leven in de tijd dat God onze vreselijke zonden, het onrecht dat wij elkaar aandoen, verdraagt. Zijn toorn zal komen, maar Hij stelt het uit, waarom? Omdat Hij goed is, en wil dat mensen zich bekeren (=boetvaardigheid), berouw krijgen over hun daden en zijn liefde geopenbaard in Jezus Christus leren kennen. Zo schrijft Petrus het: De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen. (2 Petr.3:9). Ja, Petrus gebruikt hier hetzelfde begrip als Paulus: lankmoedigheid. Dat wil zeggen: geduld.
In zijn goedheid wacht God geduldig dat mensen zich tot Hem keren. Hij wil dat mensen Hem leren kennen, tot erkentenis der waarheid komen (1 Tim.2:4). Je zou kunnen zeggen: in zijn goedheid weerhoudt God zijn toorn. De minachting van zijn toorn is daarom tegelijkertijd een minachting van zijn goedheid! Als je Gods toorn niet serieus neemt, neem je zijn goedheid ook niet serieus! Je zegt als het ware? Dat geduld van God stelt helemaal niets voor, want zijn toorn stelt ook niets voor.
God wil dat wij zijn goedheid op de juiste waarde schatten, en er respectvol mee omgaan. Gods goedheid zou de mens moeten leiden tot boetvaardigheid. Het woord boetvaardigheid kan je ook vertalen met: bezinning, berouw. Berouw, over je zonden. Tot besef komen dat ook jij Gods toorn verdient, en dat je in het licht van zijn goedheid nergens blijft. God heeft mij lief. God is goed voor mij. En dat terwijl ik Gods toorn verdien!
Als je tot dat besef komt, dat Gods liefde er voor jou is terwijl je het tegenovergestelde verdient, dan kan je zijn goedheid gewoon niet meer minachten. Zijn goedheid wordt je te kostbaar om er zomaar losjes mee om te gaan.
Ja, maar zo zal iemand zeggen: “dat station ben ik al lang gepasseerd! Jaren geleden toen, ik tot geloof kwam. Vanaf dat moment minacht ik de goedheid van God niet meer.”
Mooi als je dat kan zeggen, maar geldt dat voor ons allen als gelovigen? Of zijn we (misschien wel onbewust) de goedheid van God gaan minachten? We zingen het in ons liederen: God houdt van mij, Hij vergeeft mij, wat ik ook doe, Hij blijft van mij houden. Voordat we het beseffen hebben we een levenshouding van: het maakt niet uit wat ik doe, God houdt toch wel van mij.
En dan nemen we Gods goedheid niet meer serieus. Immers, het is door de toorn die wij verdienen dat Jezus voor ons aan het kruis stierf! Hij stierf een verschrikkelijke dood in Godverlatenheid. En hieruit blijkt wel hoe ernstig Gods toorn over de zonde is. Gaan wij dan zeggen? Ik maak me niet meer druk over een foutje meer of minder. Jezus heeft alles toch wel gedragen. God is toch wel goed, wat ik ook doe.
Dat is minachting. Nee, het mooie geschenk wat Hij gegeven heeft, rechtvaardiging door zijn bloed, en hierdoor redding van de toorn, dat koesteren we. Daar gaan we voorzichtig mee om, want we beseffen maar al te goed waarvan we gered zijn door zijn goedheid.
Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 1951.