De waterdoop

Gepubliceerd op 19 augustus 2022 om 14:32

Vandaag wil ik nadenken over de vraag, waarom God van ons vraagt ons in water te laten dopen wanneer wij tot geloof komen.  Want je zou kunnen denken: “waar is dat nu voor nodig? Wij worden toch niet behouden door ons te laten dopen? Het gaat toch om geloof alleen?”

Wij vergeten echter dat we dit soort vragen bij heel veel handelingen die wij doen zouden kunnen stellen. Waarom vieren we b.v. Heilig Avondmaal? Het is toch niet door het brood en de wijn dat wij genade ontvangen? Waarom doen wij sowieso allerlei geloofshandelingen? We hoeven toch niets te doen om iets te bewerkstelligen?

Al dit soort vragen ontstaan mijn inziens door de misplaatste opvatting dat het leven uit genade gelijk staat met: niets doen. Oftewel de gedachte dat wij door iets te doen voor God iets zouden willen toevoegen aan de genade.

Maar dan kan je je afvragen: waaraan zien de mensen om ons heen dan eigenlijk dat wij gelovigen zijn? Dat is toch meestal juist door de dingen die wij doen? En dit doen wil ik nu even heel ruim opvatten: Wij stappen op zondagmorgen in de auto om naar de gemeente/kerk te gaan. Onze buren zien ons vertrekken. In de gemeente bidden wij, zingen wij tot eer van God, bestuderen wij de Bijbel. Het zijn allemaal zaken die wij doen als gevolg van onze redding door genade. Misschien gaan wij de straat op om te getuigen over onze grote God, nodigen wij anderen uit om tot Christus te komen. Wanneer wij op een verjaardag zijn, en het geloof komt ter sprake, leggen wij aan anderen uit wat het betekent om Jezus Christus te kennen als Verlosser. Wanneer wij nieuwe kleding kopen, dan willen we alleen dat aantrekken wat anderen niet tot aanstoot is. In ons leven zeggen we nee tegen die zaken die ons van God afleiden.  Op zondagmorgen doen wij geld in de collectezak, want we weten dat dit nodig is voor ons getuigenis als gemeente. Wanneer onze medemens in nood is, dan proberen we hem/haar door onze daden te helpen.

Samenvattend: de genade van God beïnvloedt ons bij alles wat wij doen. En dat niet alleen: de genade van God zet ons ook aan om bepaalde zaken te doen.

Eén van de zaken, of beter gezegd: de eerste zaak die wij doen als wij tot geloof komen is: wij laten ons dopen. Tenminste, dat zien we in de Bijbel. Zodra mensen tot geloof komen laten zij zich in water dopen.

Wat is de waterdoop eigenlijk? Als je hier de Bijbel wat nader op bestudeert kom je tot de conclusie dat de waterdoop nauw in verbinding staat met reiniging van zonden. Als je gedoopt wordt, worden symbolisch je zonden afgewassen. Zoals water je vuiligheid afwast zo wast het water je zonden af. Het blijft natuurlijk wel een symbool. Want niet het water reinigt ons, maar het bloed van Christus doet dat (zie 1 Joh.1:7). We zien dit bijvoorbeeld vermeld bij de bekering van Saulus waar Ananias tot hem zegt: “En nu, wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam.” (Hand.22:16). Ook uit andere Schriftplaatsen blijkt dat de doop wijst op de reiniging van zonden. Als bv Johannes de Doper doopt, dan gebeurt dit onder belijdenis van de zonden (waarvan de mensen symbolisch gereinigd worden door de waterdoop), zie Mat.3:6. In Hand.2:38 zegt Petrus dat de doop dient tot vergeving der zonden (letterlijk: het laten gaan van zonden, vrijlating van zonden). In 1 Petrus 3:21 noemt hij de doop dan ook een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus.

Als je God bidt om een goed geweten is dit niets anders dan een bewijs van bekering. Je wilt gereinigd worden van je zonden en je wil dat je geweten voortaan rein blijft. Mogelijk is de uitspraak van de profeet Ezechiël (36:25) een verwijzing naar de betekenis van de doop: Ik zal rein water over u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw afgoden zal Ik u reinigen. Als je Gods koninkrijk wil binnengaan moet je eerst gereinigd worden van je zonden. De waterdoop brengt deze reiniging symbolisch tot uitdrukking. Als wij ons laten dopen, bevestigen wij zichtbaar voor God en mensen, dat we ons willen bekeren, gereinigd zijn van de zonde en voortaan rein willen leven voor God. Het is dan ook een openbare belijdenis.

Een openbare belijdenis blijkt in de Bijbel belangrijk te zijn. Je schaamt je niet langer voor Hem, maar de hele wereld mag het weten: Ik hoor bij Hem! Ook al moet ik hiervoor in mijn hemd (doophemd) staan. Ik zeg zowel tegen God als tegen mezelf als tegen mijn medemens: ik bekeer mij en leef voortaan voor God. Telkens weer zie je dan ook dat waar in de Bijbel mensen tot geloof komen (of met de Geest gedoopt worden) zij zich zo snel mogelijk laten dopen. Door de waterdoop belijden zij voortaan bij Christus te horen. Een mooi voorbeeld hiervan is de heidense hoofdman Cornelius: zodra zij met de Heilige Geest gedoopt zijn, worden zij ook als openbaar getuigenis in het water gedoopt. Zo lezen we in Hand.10:47-48 waar Petrus zegt: Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de Heilige Geest hebben ontvangen? En hij beval hen te dopen in de naam van Jezus Christus. Toen verzochten zij hem nog enige dagen te blijven.

Als je tot geloof komt, en tot het besef wat Jezus Christus voor jou gedaan heeft, en als je door zijn Geest deel hebt aan zijn dood en opstanding, dan is zijn oproep tot jou: Bekeer je, laat je dopen, laat je zonden afwassen, en leef voortaan het reine nieuwe leven.

Het is mooi dat God ons dit symbool gegeven heeft waardoor wij zichtbaar aan de mensen om ons heen laten zien: ik leef voortaan als een nieuw mens, schoongewassen door het bloed van Jezus, verlang ik er naar voor Hem te leven. Het oude is voorbij. Het nieuwe is gekomen. De doop is bij uitstek de handeling die ons leert wat genade betekent. Ik verwacht niets van mijzelf. Het oude ligt achter mij. Ik verwacht alles van Christus.

 

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn, tenzij anders aangegeven,  ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 1951