Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen (1 Kor.15:28).
In het bovenstaande vers wordt beschreven hoe het zal zijn wanneer wij in Christus zijn levendgemaakt (1 Kor.15:22) en een verheerlijkt lichaam hebben ontvangen (1 Kor.15:49). God zal zijn: alles in allen. Hij wordt alles in ons. Wat wordt hier eigenlijk mee bedoeld? En, wat hebben wij aan deze woorden in ons huidige alledaagse leven?
Wanneer we naar de tekst kijken, dan valt het op dat Gods doel om alles in allen te worden bereikt wordt door de onderwerping van alles aan Jezus Christus. Dat wil zeggen, dat alles aan Hem ondergeschikt zal zijn. En als dat doel bereikt is, zal de Zoon zich aan de Vader onderwerpen Maar, zo zou iemand kunnen zeggen: "alles is toch al aan Hem onderworpen? God heeft toch alle macht? Hij heeft toch alles in zijn hand? Jezus heeft toch gezegd: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde (Mat.28:18)?"
Dat Hij alles onder controle heeft dat is waar. Toch is op dit moment nog niet alles aan Hem onderworpen. Op dit moment zijn er nog velen die leven in opstand tegen Hem. Je zou kunnen zeggen: zij zijn wel aan zijn macht onderworpen, maar zij zijn nog niet aan Hem gehoorzaam.
Het is zoals de schrijver aan de Hebreeën zegt: alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. Want bij dit: alle dingen hem onderworpen, heeft Hij niets uitgezonderd, dat hem niet onderworpen zou zijn. Doch thans zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn; maar wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor een ieder de dood zou smaken, met heerlijkheid en eer gekroond (Hebr.2:8-9).
Als we naar de wereld om ons heen (en naar onszelf) kijken, dan zien we een wereld die zich juist niet wil onderwerpen aan God. Integendeel. De wereld is in verzet. Niet God staat centraal, maar de mens staat centraal. Ik denk dat we allemaal wel om ons heen zien wat het resultaat hiervan is. Dood en ellende heerst alom. En zien we niet allemaal in ons eigen leven dat ook wij niet altijd onderworpen zijn aan onze Here? Wie komt er nooit in opstand? Willen we niet allemaal soms de dingen naar onze eigen hand zetten? Hebben we het niet allemaal zo af en toe moeilijk om Gods wil voor ons leven te aanvaarden? Zeker als Gods wil niet altijd de voorspoed lijkt te geven die we zo graag wensen.
Nee dat lijkt helemaal niet op: aan Hem onderworpen. En toch moet je zeggen dat alles wel aan Hem onderworpen is, aangezien Hij boven alles staat en Hij het wereldgebeuren in handen heeft. Maar toch ook weer niet, aangezien het gros der mensen in opstand leeft tegen Hem of het in ieder geval moeilijk vindt zijn wil te aanvaarden. Tja, wat is het nu, is alles nu wel of niet onderworpen?
De tekst in 1 Kor.15:28 geeft ons een antwoord op deze vraag. Alles zal pas daadwerkelijk onderworpen zijn wanneer God alles in allen is. Dat wil zeggen, dat er op dat moment geen enkel mens, of geen enkele macht meer zal zijn die opstandig is tegen God. Iedere vijand wordt uitgeschakeld, met als laatste vijand, de dood (1 Kor.15:25-26). Het oude zal voorbij zijn. Er zal een nieuwe schepping zijn waarin de mensen Hem gehoorzamen, liefhebben en van harte belijden: "God is alles voor mij!"
Misschien hebben we zo iets dergelijks al eens gezegd over een geliefde. We waren zo verliefd, dat we zeiden: “Hij/zij is alles voor mij”! We bedoelden ermee dat ons hele leven draaide om die ene persoon. We konden bijna aan niets anders meer denken: de grote liefde van ons leven. Voor hem/haar hadden we alles over.
Wanneer God alles in allen zal zijn wil dat zeggen dat alles om Hem zal draaien. Er zal geen enkel element meer over zijn dat tegen zijn wil ingaat, of zich verzet tegen God. Dan zal iedereen zeggen: "laat niet mijn wil maar uw wil gebeuren." Met die instelling leefde Jezus op aarde. Bij alles gold voor Hem dat Hij alleen de wil van de Vader wilde doen in zijn leven. Ook als dit voor Hem de kruisweg betekende (zie Markus 14:36). In Hem, en voor Hem was God alles. Hij zei dan ook: Mijn spijze is de wil te doen desgenen, die Mij gezonden heeft, en zijn werk te volbrengen (Joh.4:34).
Gods wil was alles voor Jezus, of beter gezegd: God was alles in Hem. Met dit besef mogen we ook kijken naar Gods doel met ons als gelovigen. Immers Gods doel met ons leven is dat wij aan Jezus Christus gelijk worden. Niet alleen als een hoop in de verre toekomst, maar als een werkelijkheid hier en nu. God verlangt er naar dat wij worden als Hij, d.w.z dat God alles in ons wordt. Maar “hoe kan dit?”, vragen we ons misschien af, “Dat kan ik toch nooit bereiken in mijn leven?”
Zo lang wij op aarde leven in ons aardse lichaam zullen wij nooit dit volmaakte doel bereiken. Immers, onze geest is wel vernieuwd, maar ons sterfelijk lichaam niet. Er is nog altijd de misleiding van de zonde, en wij moeten dagelijks weerstand bieden aan de begeerten van het vlees. Het vlees dat zich juist niet wil onderwerpen aan de wil van God. Zo lezen we in Gal. 5:16: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees.
De weg naar het doel, namelijk dat God alles in je wordt blijkt te zijn: wandelen door de Geest. In Efeze 5:18 zegt Paulus het anders: wordt vervuld met de Geest oftewel: wordt vol van de Geest. Als we beseffen dat de Geest hier duidt op de Heilige Geest, God zelf, dan begrijpen dat we ten diepste worden opgeroepen om vol van God te worden. We worden opgeroepen om God alles in ons te laten zijn.
Misschien denken we bij het vol worden van de Heilige Geest vooral aan een lichamelijke ervaring. Een overweldigend gevoel van de aanwezigheid van God. Hoewel ik niet uitsluit dat dit een gelovige uitzonderlijk kan overkomen, denk ik dat het vol worden van de Geest van God eerder te maken heeft met onze gehoorzaamheid aan Hem. In het vervolg (Efeze 5:20-21) schrijft Paulus dan ook: dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus God, de Vader, voor alles, en weest elkander onderdanig in de vreze van Christus.
Bij het vervuld worden met de Geest hoort: dankt God altijd voor alles. Een met de Geest vervuld mens, is een dankbaar mens. Een dankbaar mens dankt God voor alles wat op zijn weg komt. De fijne dingen die ons gelukkig maken, maar ook zaken die wij moeilijk vinden om te dragen. Let op: een dankbaar mens is het tegenovergestelde van een opstandig mens. Een dankbaar mens aanvaardt de wil van God voor zijn leven. Hij zegt: niet IK maar HIJ. Niet mijn wil, maar zijn wil. Niet: God een beetje in mij, maar: God alles in mij.
Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden (Rom.8:18)
Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn, ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 1951.