Jezelf liefhebben?

Gepubliceerd op 12 oktober 2022 om 14:11

Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod.  Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf (Mat.22:37-39).

Bovenstaande tekst wordt nogal eens (mijns inziens ten onrechte) aangehaald om gelovigen aan te sporen zichzelf lief te hebben. Want zo is de redenatie: als je jezelf niet liefhebt, dan kan je ook een ander niet liefhebben.  Maar, zo vraag ik me af, het is toch vreemd dat Jezus ons hier een opdracht geeft die we pas kunnen vervullen als we eerst geleerd hebben onszelf lief te hebben? Waarom zegt Jezus dan niet: “gij zult eerst uzelf liefhebben, en als u dat lukt, dan kunt u ook uw naaste gaan liefhebben”?

Het wordt nog vreemder als we beseffen dat Jezus ons juist leert om niet onszelf lief te hebben, maar onszelf te verloochenen. Zo lezen we in Markus 8:34-35: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verliezen zal om Mijnentwil en om des evangelies wil, die zal het behouden.

Het blijkt ook dat wij de zelfliefde niet hoeven aan te leren. Immers, het zit al in de menselijke natuur om zichzelf lief te hebben. Ieder mens is van nature op zichzelf gericht en niet op God of zijn naaste. Deze ik-gerichtheid dragen we allemaal met ons mee sedert de zondeval. Deze ik-gerichtheid verschijnt in allerlei vormen: ons streven naar zelfbehoud, onze genotzucht, onze begeerten, onze eigengerechtigheid, etc, etc. Met recht zegt Paulus in Rom.3:10-12:

Gelijk geschreven staat: Niemand is rechtvaardig, ook niet een, er is niemand, die verstandig is, niemand, die God ernstig zoekt; allen zijn afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die doet wat goed is, zelfs niet een.

“Wat! Hoe durf je dat nou te zeggen! Ik heb al zo’n minderwaardigheidscomplex! Vertel me liever dat ik kostbaar ben, waardevol, leer mij toch positief naar mezelf te kijken!” Tja, en toch zegt Paulus het hier: niemand rechtvaardig, afgeweken, ja, hij gebruikt hier zelfs het woord onnut. Nutteloos! Oftewel: onbruikbaar. Het zijn woorden die niet erg opbouwend zijn voor onze zelfliefde.

En toch zijn velen bezig met het streven naar- en het zoeken naar zelfliefde, meestal onder de noemer van zelfacceptatie. En daar wordt dan ook soms de tekst boven deze overdenking voor gebruikt, want zo denkt men: als ik mijzelf heb leren liefhebben en accepteren kan ik ook de ander gaan liefhebben.

Toch haalt men hier het één en ander door elkaar. Je kan namelijk jezelf accepteren, zonder jezelf lief te hebben. Zelfacceptie heeft mijns inziens te maken met het eerlijk onder ogen zien, en aanvaarden wie je bent. We zijn door God gemaakt zoals we zijn. Dit aanvaarden betekent: God danken, ook al ben je als mens niet helemaal blij met het resultaat. Kortom, even simpel gezegd: of je nu mooi of lelijk bent, klein of groot, dun of dik, spraakzaam of zwijgzaam, beperkt of ontwikkeld, hoogopgeleid of laagopgeleid, wij mogen danken voor wie wij zijn, want Hij heeft ons gemaakt. 

Dit betekent echter nog iets anders dan je IK in het middelpunt van je leven te plaatsen! Het verlangen om belangrijk te zijn, eer te ontvangen, iets geweldigs te betekenen. Dat is een verlangen dat wij moeten leren te verloochenen. Immers als gelovige zeg je:

” het gaat niet om mij. Maar om Hem! Ik, mijn oude mens. Mijn oude mens met al zijn gevoeligheden; mijn oude mens die zo graag gewaardeerd wordt door anderen; mijn oude mens die zo snel gekwetst is; mijn oude mens die graag complimentjes ontvangt…..die oude mens is met Christus gekruisigd!(Rom.6:6).” 

Willen wij door ons werken aan zelfliefde onze oude mens weer tot leven wekken? Weigeren we het kruis op te nemen en weigeren we te zeggen: Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij (Gal.2:20a)? Niet de zelfliefde is de weg naar het liefhebben van anderen, maar Christus in ons is de weg. Door zijn Geest in ons kunnen wij anderen liefhebben. Immers de vrucht van de Geest is o.a. liefde (Gal.5:22). De liefde van God is in ons hart uitgestort door de Heilige Geest. (Rom.5:5)

We willen toch niet beweren dat dit alles alleen maar geldt voor gelovigen die eerst geleerd hebben zichzelf lief te hebben? Nee, de liefde van God wordt in je hart uitgestort zodra Hij jouw Redder wordt en je zijn geliefd kind bent geworden. Simpelweg door te geloven. Op Hem te vertrouwen.

Vanaf dat moment kunnen wij de naaste gaan liefhebben als onszelf. Immers: vroeger dienden wij vooral onszelf, en waren wij vooral bezig met ons eigenbelang. Mijn geluk, mijn bevrediging, mijn ontplooiing, mijn trots. En noem alles maar op wat ons vlees verlangt. Maar sinds wij Hem hebben leren kennen mag dat anders worden. De energie die wij vroeger aan onszelf besteedden mogen wij nu aan onze naaste besteden. Niet meer IK, maar de ander. De ander evenveel liefhebben als ik vroeger mijzelf liefhad.

Ik denk dat we onszelf veel moeite en frustratie besparen door te stoppen met de zoektocht naar eigenliefde. God wijst ons immers een andere weg! Hij wil dat we onze blik niet op onszelf richten maar op onze verheerlijkte Here, Christus Jezus. Hij woont in ons. Hij leeft in ons. Door Hem hebben wij God lief boven alles en de naaste als onszelf.  Hij is ook de enige weg tot gezonde zelfaanvaarding. Immers de rechtvaardiging door Christus betekent het einde van de zonde en de schuld. In Hem geldt:

Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn (Rom.8:1).

 

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap,  1951