Gods wet ontbinden

Gepubliceerd op 18 november 2022 om 13:16

Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of een tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. Wie dan een van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen (Mat.5:18-19)

De mens wordt behouden door geloof, en niet door de werken der wet. Dat weten we vanuit de Bijbel (zie bv. Efeze 2:8). Hieruit wordt wel eens de verkeerde conclusie getrokken dat gelovigen zich in het geheel niet aan Gods wet hoeven te houden. Deze conclusie werd ook al getrokken tijdens het leven van Paulus. Zijn antwoord hierop vinden we in Rom. 3:31:

Stellen wij dan door het geloof de wet buiten werking? Volstrekt niet; veeleer bevestigen wij de wet. Dit ligt geheel in de lijn met de uitspraak van Jezus hierboven. Het moet voor ons duidelijk zijn: onze redding door geloof alleen, doet geen enkele afbreuk aan Gods wet. Let op: geheel Gods wet blijft overeind, niet slechts een gedeelte. Immers volgens Jezus woorden mag zelfs niet een van de kleinste geboden ontbonden worden.

Nee Gods wet moet niet ontbonden worden. Gods wet moet gedaan worden. God wil dat de mensen naar zijn wetten leven en wanneer Jezus in zijn koninkrijk zal regeren zal dat ook gebeuren. Zo lezen we bij de profeet Micha: En vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem (Micha 4:2)

“Ja maar”, zo antwoord iemand, “je hebt toch in je vorige overdenking* juist beweerd dat wij Gods wet helemaal niet kunnen houden"!

Vanuit onszelf, vanuit onze eigen kracht kunnen wij dit inderdaad niet. Wanneer wij echter Jezus Christus ontvangen hebben, wanneer Hij in ons leeft, en wanneer wij door Hem verlost zijn dat kunnen wij dit wel. Zijn kracht in ons is overweldigend, en wordt juist geopenbaard in onze zwakheid (2 Kor.12:9). In Hem zijn wij nieuwe scheppingen geworden (2 Kor.5:17). Het oude, d.w.z. de gebondenheid aan de zonde, ons onvermogen om Gods wet te gehoorzamen, is voorbij. Het nieuwe, d.w.z. Christus in ons, ons leven in gehoorzaamheid aan zijn geboden, is gekomen.

Wij worden nieuw door de verlossing door Jezus Christus. De rechtvaardiging door zijn bloed, de verzoening met de Vader. Onze éénwording met Christus.

Bij dit alles speelt Gods wet een heel belangrijk rol. Je kunt namelijk pas verlost worden als je eerst beseft dat je verlossing nodig hebt. Je kunt pas gerechtvaardigd worden als je eerst beseft dat je veroordeeld bent door God. Je kunt pas verzoend worden als je eerst beseft dat je een vijand bent van God. En dat alles leert ons Gods wet. Gods wet maakt ons namelijk schuldig voor God, ook al hebben we maar slechts één klein gebod overtreden. Zo zegt Jakobus het: Want wie de gehele wet houdt, maar op een punt struikelt, is schuldig geworden aan alle (geboden) (Jakobus 2:10).

Het besef dat je veroordeeld wordt door God mag je echter tot Jezus Christus leiden. Als je tot Hem komt mag je voortaan zeggen: Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn (Rom.8:1)

Zien we hoe noodzakelijk het is Gods wet te kennen? Zonder wet geen veroordeling maar zonder wet ook geen vrijspraak. Immers de wet leidt je naar Christus, zoals een ziekteverschijnsel je leidt naar de dokter.

Als je de brief aan de Romeinen leest komt je ook tot de ontdekking dat Paulus op deze manier het evangelie bracht. Eerst verklaart hij de mens schuldig als gevolg van het overtreden van Gods wet ( zie bv . Rom.3:19: Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hen spreekt, die onder de wet zijn, opdat alle mond gestopt en de gehele wereld strafwaardig worde voor God).

Vervolgens toont hij de weg van rechtvaardiging en verlossing: Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus (Rom.3:23-24)

En met de verzoening is het niet anders: eerst schrijft hij dat wij vijanden van God zijn, om vervolgens de geweldige verzoening met God te prediken: Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft (Rom.5:10)

De wet brengt ons bij Christus. Maar als wij dan bij Christus zijn aangeland, gaan wij dan wèl de kleinste geboden ontbinden, omdat alles toch genade is? Jezus` woorden spreken dit duidelijk tegen: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of een tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied (Mat.5:18). Zijn de hemel en aarde al vergaan? Nee! Zijn Gods geboden vergaan? Dus ook niet. Integendeel. Hij vervolgt zijn woorden met: doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen (Mat.5:18-19).

De verlossing, de rechtvaardiging en de verzoening leidt niet tot het ontbinden van Gods wet, maar leidt tot het doen en leren van Gods wet.  Alleen niet meer vanuit het vlees, niet meer vanuit het eigen kunnen, niet meer vanuit eigen kracht, niet meer vanuit een eigen gerechtigheid. Verlossing van zonde betekent: leven naar zijn geboden. Verzoening met God betekent: leven in gehoorzaamheid (vriendschap i.p.v. vijandschap met Hem). Gerechtvaardigd zijn leidt tot een leven als een rechtvaardige.

Het is toch ondenkbaar om hierbij Gods wet als ontbonden te verklaren? Nee hoe groter onze liefde tot God is, hoe meer wij zijn geboden willen gehoorzamen. Zelfs zijn kleinste geboden. Want ook in het kleine willen we getrouw zijn. Hoe fijn zou het zijn als de Heer tegen ons zal zeggen bij zijn komst: Wel gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer (Mat.25:23). 

Door de redding door Jezus Christus is alles anders geworden. Een diep verlangen om God te gehoorzamen en te leven vanuit zijn liefde. Wanneer wij leven vanuit zijn liefde zullen wij als vanzelfsprekend leven naar zijn geboden.

Want de geboden: gij zult niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf (Rom.13:9) 

En dit is de liefde, dat wij naar zijn geboden wandelen (2 Joh.1:6)

 

*https://www.opvoedendegenade.nl/overdenkingen/10)88663_het-einde-van-de-hoogmoed)

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap,  1951.