Gods wil of mijn wil?

Gepubliceerd op 30 januari 2023 om 11:04

In deze overdenking wil ik stilstaan bij de neiging waar we als mens allemaal wel eens last van hebben, namelijk het doen van onze eigen wil, in plaats van die van God.

Bij kleine kinderen zie je het al. Dat eigen willetje dat in conflict raakt met de wil van mama en papa. “Ik wil dat je nu je bordje leeg eet!” “Nee! Ik wil niet! Ik lust het niet!” “Ik wil dat je nu naar bed gaat!” “Nee! Ik wil nog spelen!” “Ik wil dat je nu naar binnen komt!” “Nee!, ik wil nog buiten blijven!” En zo kunnen we het rijtje nog wel wat langer maken. Ook kinderen hebben hun eigen willetje, en dat willetje stemt vaak niet overeen met de wil van vader en moeder.

En dan worden we groter, langzaamaan volwassen. En die eigen wil dragen we altijd nog met ons mee. We willen van alles. We willen dat het ons goed gaat. We willen gelukkig worden. Een goede baan, een mooi huis, een gelukkig gezin. Ik denk dat ieder wil voor zich kan invullen wat de wensen zijn. Maar willen we ook datgene wat Jezus zijn hele leven wilde. Namelijk de wil van God de Vader doen? Ook al is deze in strijd met onze eigen wil?

Misschien staan we er niet altijd bij stil. Maar Jezus had ook zijn eigen wil, en die eigen wil van Jezus wilde niet automatisch de wil van zijn Vader doen. Het doen van de wil van de Vader was een bewuste keuze van Jezus als mens. In Joh.6:38 zegt Hij dan ook:  Want Ik ben van de hemel nedergedaald, niet om mijn wil te doen, maar de wil van Hem, die Mij gezonden heeft.

We weten allemaal wat er in de tuin van Getsemane gebeurde (Mat.26:36-45, https://debijbel.nl/ ). Jezus was zich bewust dat de wil van zijn hemelse Vader voor Hem betekende dat Hij de weg van lijden en dood moest gaan. Voor ons, om ons te verlossen. En hier had Jezus het heel moeilijk mee. Het beangstigde Hem. Want Hij was dan wel aan God gelijk, maar Hij was ook mens geworden. Een mens zoals wij allen, uitgezonderd de zonde. Een mens met een eigen wil. En die wil zei: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt (Mat.26:39) 

Ook Jezus moest kiezen voor de wil van de Vader en niet zijn eigen weg te gaan. Hij ging bewust de weg waar Psalm 31 (https://debijbel.nl/) profetisch over spreekt. Misschien heeft Hij op dat moment de woorden uit vers 14 wel in gedachten gehad: Want ik hoor het gemompel van velen (schrik van rondom); terwijl zij met elkander tegen mij beraadslagen, smeden zij plannen om mij het leven te benemen. 

Hij wist wat Hem te wachten stond, namelijk een vreselijk lijden. Als de Zoon van God had Hij het lijden kunnen ontwijken en zijn goddelijke macht kunnen laten zien. Maar dat deed Hij niet. Hij koos voor de wil van Zijn Vader. Hij stelde zijn vertrouwen op de Vader. En Hij wist: "zelfs al moet ik lijden en een vreselijke dood aan het kruis sterven. Toch zeg ik": en ik citeer de woorden van Psalm 31:15: Maar ik vertrouw op U, Here, ik zeg: Gij zijt mijn God.

Als mens koos Hij niet voor zijn eigen wil, maar stelde Hij zijn vertrouwen op God. Hij vernederde zich, tot de dood van het kruis en vertrouwde dat zijn Vader Hem zou verlossen en uit de doden zou opwekken. Mogelijk had Hij ook de woorden uit Psalm 16:8-11 in gedachten:  Ik stel mij de Here bestendig voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand staat, wankel ik niet. Daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel, zelfs mijn vlees zal in veiligheid wonen; Want Gij geeft mijn ziel niet prijs aan het dodenrijk, noch laat Gij uw gunstgenoot de groeve zien. Gij maakt mij het pad des levens bekend; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig. 

Jezus vertrouwde volkomen op God, en gehoorzaamde volkomen de wil van God. En door die weg te gaan kon Hij ons redden voor zijn koninkrijk. De vraag is echter. Is dat ook de weg die wij zelf willen gaan? De weg van gehoorzaamheid aan de wil van God. "Nee" zeggen tegen onze eigen wil en "ja" tegen de wil van de Hemelse Vader.

"Ja, maar", zo zegt iemand: “Wij zijn toch maar zwakke zondige mensen? Wij zijn toch niet als Jezus? Dat kunnen wij toch niet? Het is toch normaal dat je als mens toch ook je eigen wil laat gelden? We zijn toch vrij? We laten ons toch niet door anderen gezeggen wat we moeten doen? Het is toch normaal om eens voor jezelf te kiezen? Je mag toch wel je eigen geluk zoeken? Het is toch goed om te werken aan je eigen zelfontplooiing?”

Tja, dat is wat de huidige maatschappij ons probeert aan te praten. Je moet assertief zijn! Je moet kiezen voor jezelf! Je moet je zeker niks laten opleggen! Maar waarom zeggen we dan als gelovigen dat wij navolgers van Jezus Christus willen zijn en in zijn voetstappen willen wandelen (1 Petr.2:21)? Of willen we alleen maar de zegeningen van het geloof ontvangen zonder dat het onszelf iets kost?

Nee, dat kan niet. Als je Jezus volgt hoort daar automatisch bij dat je niet jezelf volgt. Je maakt plaats voor Hem. Ons eigen ik aan het kruis. Gods wil op de troon.  En dat lijkt misschien te hoog gegrepen. Want hoe vaak is het niet dat onze eigen wil juist botst met de wil van God, en hoe vaak is het niet dat we toch weer zijn als die kleine kinderen die zeggen: “Nee, dat wil ik niet!”

Misschien heeft u er geen last van, maar ik zelf wel. Die eigen wil, die telkens de kop op steekt en telkens weer in conflict lijkt te komen met de wil van God. En zeker als we ons in ons eigen geluk, ons eigen welzijn bedreigd voelen. Het lijkt zelfs een automatisme te zijn, om te strijden voor ons eigen welzijn, en o wee als anderen ons hierin belemmeren. Willen we niet allemaal een beetje dat de dingen gaan zoals wij dat willen? Zowel in het grote als in het kleine. Niemand kiest er toch voor om te lijden of moeilijkheden op de hals te halen? En zeker niet als het niet nodig is? Niemand wil toch ongelukkig worden?

Je kan je echter afvragen. Wat is geluk? Leert de Bijbel ons niet een andere vorm van geluk? Een zaligheid? We kennen toch de zaligsprekingen die spreken van deze andere vorm van geluk? Ik heb er een paar uitgekozen: Zalig die treuren, want zij zullen vertroost worden (Mat.5:4) en….Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt om Mijnentwil (Mat.5:11). 

Ja, het kiezen voor de wil van God en niet voor onze eigen wil kan allerlei ellende en moeilijkheden met zich meebrengen. Verdriet, vervolging, kwaadsprekerij.  En dat lijkt niet echt geluk. Maar God geeft je een ander geluk. Zijn geluk. Zaligheid. Een vrede in je hart die alle verstand te boven gaat. Rust in Hem. Deze rust vinden we pas als we leren in ons leven tegen God te zeggen: “Here, laat niet mijn wil, maar uw wil in mijn leven gebeuren.”

Misschien vragen we ons nu af: “Ja maar hoe? Hoe lukt het me om niet te kiezen voor mijn eigen wil maar voor de wil van God?”  Mijns inziens heeft het alles veel te maken met het besef van wie God voor ons is en welk doel Hij heeft met ons leven.

In de eerst plaats is Hij, als je in Hem gelooft je hemelse Vader. En als Hij onze Vader is, betekent die dat wij zijn geliefde kinderen zijn. Soms hebben gelovigen er moeite mee om dit te aanvaarden. Een Vader hebben die je werkelijk liefheeft. Het kan lastig zijn om dit te aanvaarden voor hen die in hun jeugd nooit een vader hebben gekend die hen liefhad. Integendeel, zij hadden  een vader die niet omzag naar zijn kinderen. Een vader die zijn kinderen mishandelde, of een vader die meer afwezig dan aanwezig was, oftewel een vader die niet voor zijn gezin zorgde. En ook al hebben we wel een goede liefhebbende vader gehad, ook deze zal op enig punt wel gefaald hebben. Immers we zijn allemaal mens, en ieder mens maakt fouten. De volmaakte menselijke vader bestaat niet.

Maar God maakt geen fouten. Hij is de volmaakte Vader en zijn liefde is volmaakt. Er bestaat geen betere liefde, geen meer volmaakte liefde dan de liefde van God. Het is een liefde die nooit faalt. En met die liefde mag je je als kind van God geliefd weten door God. De liefde die het allerbeste voor heeft met zijn kinderen.

Wanneer wij het onze Vader bidden, is één van de dingen die wij bidden: “Uw wil geschiede!” Eigenlijk zeggen we op dat moment tegen God: “Laat uw wil gebeuren in mijn leven.” En we zouden hieraan kunnen toevoegen: “En niet mijn eigen wil.” Zijn we ons ook bewust waarom het belangrijk is dat wij dit bidden? “Uw wil geschiede?”

Wij bidden dit omdat zijn wil het allerbeste is voor ons leven. Immers: Hij is de Vader, en wij zijn geliefde kinderen. Omdat Hij ons liefheeft heeft Hij het allerbeste met ons voor. Hij overziet alles. Elk detail van ons leven. En Hij laat alles wat in ons leven gebeurt meewerken ten goede! Dat wil niet zeggen dat alles wat gebeurt ons ook direct blij maakt. Of dat wij geen moeilijke dingen zullen meemaken. Dat alles op rolletjes loopt. Nee zijn weg, zijn wil is niet altijd gemakkelijk. Zijn wil is echter wel het beste voor ons. En dat is voor ons als mens soms moeilijk te aanvaarden. Daar vechten we soms tegen. We willen geen moeilijkheden. We willen geen strijd. We willen geen lijden.  Toch merk je dat je pas innerlijk tot rust komt, als je werkelijk met je hart zegt: “Uw wil geschiede. Laat uw wil gebeuren in mijn leven en niet mijn eigen wil."

Hieraan mogen we het volgende gebed toevoegen: “Here, wilt u tot uw doel komen in mijn leven?” God heeft met ons leven een doel voor ogen. Al die dingen die gebeuren werken mee om dat doel te bereiken. Misschien denken wij dat in ons leven de dingen per toeval gebeuren. Per ongeluk.  Maar God kent geen toeval. God wordt niet verrast door de dingen die ons overkomen. In de zin van: “wat nu gebeurt had ik nu even niet voorzien”! Als dat waar zou zijn, als de dingen in ons leven toevallig zouden gebeuren, dan kan je toch geen vertrouwen hebben in de toekomst? Wij geloven toch niet in een God die ook maar moet afwachten wat de toekomst zal brengen? 

Nee, God heeft de gehele toekomst en daarmee al onze omstandigheden in handen. Elk detail. Het gaat volgens zijn plan en Hij heeft een doel voor ogen met ons leven.  De apostel Paulus omschrijft dit doel in Rom.8:29 met de volgende woorden: Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen;

In de NBV-vertaling wordt het als volgt vertaald: Wie Hij van te voren heeft uitgekozen, heeft Hij ook van te voren bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters.*

Gods doel is dat wij gelijk worden aan het beeld van zijn Zoon. zijn evenbeeld. Oftewel: God wil dat wij worden zoals Jezus Christus. Misschien zeggen we nu: “ja maar dat zal later zijn, wanneer wij bij Hem zijn, in zijn koninkrijk” Dat is waar, maar God werkt nu reeds in ons leven aan dit doel. En ook nu in dit leven mogen wij stap voor stap steeds meer op Hem gaan lijken. Wij worden gevormd, of beter gezegd: omgevormd. Om het met de woorden van Paulus uit 2 Kor.3:18 te zeggen: En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.

Wanneer wij ons dat bewust worden, dat het Gods doel is dat wij op zijn Zoon gaan lijken, kan het ons motiveren om Gods wil voor ons leven te aanvaarden. Nee, het is niet zomaar toevallig dat de dingen gaan zoals ze gaan. God vormt ons. Wij mogen zijn beelddragers worden.

Wanneer wij bidden: “Uw wil geschiede”. Laat ons dan van twee zaken bewust zijn: “Gods wil is het beste voor mij, want Hij, mijn hemelse Vader heeft mij lief met een volmaakte liefde” en: “het is goed voor mij als Gods wil gebeurt in mijn leven, want zo bereikt Hij zijn doel met mij dat ik steeds meer mag gaan lijken op zijn Zoon, Jezus Christus, het volmaakte beeld van God (Kol.1:15).”

 

* Deze Bijbeltekst is ontleend aan de NBV21 © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2021.

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn, tenzij anders aangegeven, ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap,  1951.