Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid (1 Kor.13:6)
We willen als gelovigen in de liefde wandelen, want we beseffen dat God dit van ons vraagt. De liefde hoort bij de vrucht van de Geest (Gal. 5:22). Als je vol bent van de Heilige Geest, dan kan het niet anders dat je ook wandelt in de liefde.
In 1 Kor.13:6 zegt Paulus dat deze zelfde liefde blij is met de waarheid. Een opvallende uitspraak. Want is het niet zo dat juist dikwijls ter wille van de liefde de waarheid juist geweld wordt aangedaan? Kennen we niet allemaal die momenten waarop we ter wille van de liefde liever water bij de wijn doen, dan de waarheid te spreken? Want zo denken we: “als ik nu de waarheid spreek, dan ben ik liefdeloos, en dat wil ik niet zijn”!
Waarheid en liefde blijken nog wel eens moeilijk samen te gaan en dit geldt niet alleen in de omgang met elkaar. Ook als het gaat om onze liefde tot God blijken we nog wel eens moeite te hebben met de waarheid. En dat terwijl Jezus toch geleerd had: God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid (Joh.4:24).
Misschien denken we nu bij het woord waarheid in eerste instantie aan leerstellige waarheid, maar het omvat meer. Waarheid heeft ook betrekking op je levenswandel. Het is mogelijk om met je mond de waarheid te belijden, maar door je levensstijl te liegen (=waarheid ontkennen). Zoals Johannes schrijft in 1 Joh. 1:6: Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet. Waarheid is niet slechts iets wat je belijdt met je mond (de juiste leer). De waarheid is ook iets wat je doet. Je (be)leeft de waarheid.
Als je de volgende waarheid uitspreekt: “Jezus is mijn Heer”, dan wil God dat wij Jezus als de Heer van ons leven gehoorzamen. Doen we dat niet dan maken we onze uitspraak die op zich genomen een waarheid is, tot een leugen. Immers, als Jezus werkelijk mijn Heer is, dan heeft Hij als Heer de zeggenschap over mijn leven en niet ik zelf.
En dit principe, dat de waarheid (be)leefd moet worden, geldt zeker ook voor de liefde. Immers, wat heeft het voor zin om tegen God of tegen onze naaste te zeggen: “Ik heb u lief” terwijl onze daden het tegendeel bewijzen? Nee, ook dan liegen we want wat we zeggen (“ik heb lief”) dat doen we niet.
Toch zit er aan de liefde ook een leerstellige kant. Je zou kunnen zeggen: de leer kan niet zonder het leven, maar het leven kan ook niet zonder de leer. Hoe je het ook draait of keert, datgene wat je als waarheid belijdt (de leer) heeft invloed op je manier van leven. De liefde is dan ook blij met (in dit geval) leerstellige waarheid.
Wanneer je bijvoorbeeld een verwrongen Godsbeeld in je leven hebt geleerd dan heeft dit invloed op je relatie met Hem. Voor iemand die God niet kent als liefhebbende Vader zal het moeilijk zijn Hem als kind van God lief te hebben. Bij sommigen wordt zelfs het leven beheerst door angst omdat zij God alleen maar kennen als Degene die de zonde bestraft. Zij hebben nooit de bevrijdende waarheid geleerd van Rom.8:1 dat zegt: Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.
Als je Jezus Christus leert kennen, Hij die de Waarheid Zelf is, dan leer je God kennen zoals Hij in waarheid is. Niet langer de God die jou veroordeelt vanwege de zonde, maar de God die jou in Christus liefheeft. Omdat Hij alles voor jou volbracht heeft.
We begrijpen al dat ons dit wel vanuit de Bijbel geleerd moeten worden. Gods liefde leren we pas kennen als wij Jezus Christus leren kennen. Dan komt de ons bekende tekst uit Joh.3:16 tot leven: Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Wat is in dit geval waarheid? Dat de liefde van God tot ons is gekomen door Jezus Christus zijn Zoon. We begrijpen al dat elke leer die dit ontkent een leugen is en onvermijdelijk gevolgen heeft voor ons leven.
Zo zijn we nog wel eens geneigd om de liefde van God te prediken en daarbij het verzoenend sterven van Jezus voor onze zonden buiten beschouwing te laten. Zonde? Straf? Nee, daar spreken we niet over. “God is enkel liefde. Vergeving is niet nodig, want God wordt nergens boos over”. Eigenlijk zeg je dan dat verzoening niet nodig is omdat er niets te verzoenen valt.
Ja God heeft ons lief. Maar zijn liefde is niet goedkoop. Zijn Zoon heeft daarvoor zijn bloed gegeven. Ter wille van Gods liefde tot ons moest Hij een vreselijke weg van lijden gaan. En dat allemaal omdat wij zondigen. En als je dat beseft dan weet je wel: Gods liefde vraagt van mij om niet langer door te gaan met mijn oude levensstijl. Immers zijn liefde verdraagt geen zonde.
Gods liefde zonder waarheid maakt je nonchalant. Dan durf je te denken: “het maakt eigenlijk niet zoveel uit hoe ik leef, want God houdt toch wel van mij”. Gods liefde in waarheid maakt je voorzichtig. Zou ik Hem die zijn Zoon voor mijn zonden gegeven heeft op het kruis van Golgotha, nogmaals kwetsen door in zonde te gaan leven? Dat is toch uitgesloten?
Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme? Volstrekt niet! (Rom.6:1-2a)
Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 1951.