….opdat Christus door het geloof in uw harten woning make (Efeze 3:17)
Bovenstaande tekst is een onderdeel van een gebed van Paulus voor de gelovigen. Hij bidt dat Christus door het geloof woning maakt in de harten van de gelovigen. Hier laat ik mijn gedachten wat over gaan: wat betekent dit? Ergens woning maken? Als je ergens gaat wonen is dat meestal met de bedoeling om ergens te blijven. Je maakt een huis tot jouw huis met de bedoeling dat je je in dat huis thuis voelt. Het huis is dan geworden tot jouw thuis. En zo wil Christus ons hart tot zijn thuis maken! Maar is het eigenlijk niet vreemd dat Paulus dit gebed bidt voor gelovigen? Christenen? Het is toch zo, dat als je christen wordt, dat Christus door zijn Geest in je hart komt? Dat gebeurt toch als we Jezus in ons hart vragen te komen? Ja dat gebeurt zeker! Maar is ons hart dan ook gelijk zijn woning geworden? Zijn thuis? Of is Hij eigenlijk alleen maar te gast (op visite) in een huis dat nog altijd van onszelf is?
En hier beland ik bij het onderwerp waar ik het eigenlijk over wil hebben, namelijk onze menselijke behoeften. Hoe zit dat? Ieder mens heeft behoeften die het mens-zijn eigen zijn. Een mens verlangt naar geluk, gezondheid, fijne relaties, een goed huwelijk, fijn familieleven, genot, lekker eten, en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Ieder mens heeft zo zijn behoeften. En bij deze behoeften speelt vaak onze emotie, ons gevoel, een grote rol. We willen ons goed voelen, en we voelen ons goed als er voorzien wordt in onze menselijke behoeften. Dit kan ook voor gelovigen gelden. We willen dat iets in onze menselijke behoeften voorziet. We bidden dat God ons gelukkig maakt, we bidden dat God ons de juiste man of vrouw op onze weg stuurt, we bidden dat God in onze financiële nood zal voorzien, we bidden dat God ons vrede en rust in ons hart geeft, noem maar op. Maar zijn we dan niet, zonder het misschien te beseffen, God voor ons eigen karretje aan het spannen? Zijn we niet bezig om God te gebruiken om te voorzien in onze menselijke behoeften? En……is het dan niet frustrerend als dat niet lukt? Als we ons ongelukkig, en eenzaam, onrustig en eigenlijk ontevreden blijven voelen?
Nee, Paulus bidt in zijn gebed niet dat God zal voorzien in de bevrediging van de menselijke behoeften! Hij bidt iets geheel anders: Dat Christus door het geloof in de harten van de gelovigen gaat wonen! En Paulus wist waar hij het over had. Immers in Gal.2:20 zegt hij:
Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven.
De bovenstaande tekst geeft goed weer wat het betekent als Christus woning heeft gemaakt in je leven. Het gebeurt door het geloof in Christus. Als je gelooft, dan vertrouw je niet langer op jezelf maar op Hem. Je blik is niet langer gericht op je menselijke behoeften, maar je blik is op Hem die jouw behoeften overstijgt. Het gaat er om dat Hij jouw hart tot zijn thuis maakt. De Griekse grondtekst kan je hier overigens ook vertalen met: het geloof van Christus. Zelfs als je geloof tekort schiet mag je je uitstrekken naar Hem die het in jou wil werken. En dat is een groeiproces. Je gaat steeds meer op Hem vertrouwen met het doel dat Hij jouw huis tot zijn thuis heeft gemaakt. Niet langer jijzelf hebt het voor het zeggen, maar Hij is Heer en Meester geworden.
Willen we dat? Dit betekent namelijk dat we onze menselijk behoeften ondergeschikt maken aan Zijn wil voor ons leven! Hij wil ons hart bezitten. Niet alleen een achterkamertje waar Hij te gast mag zijn. Nee het gehele huis wil Hij tot zijn huis maken. En dan moeten onze menselijke behoeften soms wijken. Is het niet vaak dat juist op de momenten dat wij tegenslagen en ongeluk ervaren in ons leven, en er niet in onze menselijke behoeften wordt voorzien, dat Hij een grotere plaats in ons leven krijgt? Is het niet juist dat in onze eenzaamheid, Hij daar is als de grote IK BEN met u? Is het niet dat alleen Hij de diepste nood van de mens kan vervullen? Nee laten we ons niet langer richten op de vervulling van onze menselijke behoeften en laten we ernaar jagen om samen met Paulus te kunnen zeggen:
Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij (Gal.2:20).
Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands Bijbelgenootschap, 1951